Vragen van de leden AgnesMulder, Ronnes en Omtzigt (allen CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat over de doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) (ingezonden 10 april 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «PBL verslikt zich in de kosten voor vergroening» en «Energiezuinig maken huis pakt duurder uit»?1

Vraag 2

Kunt u een reactie geven op de uitspraak van de voorzitter van Aedes dat de kosten per ton vermeden CO2 soms twee keer zo hoog kunnen zijn als die waar PBL mee lijkt te rekenen?

Vraag 3

Kunt u aangeven met welke bandbreedte van investeringskosten per woning van 2020 tot 2030 PBL rekent voor de wijkaanpak?

Vraag 4

Kunt u toelichten welke kosten in de doorrekening van PBL van de wijkaanpak zijn meegenomen?

Vraag 5

Zijn er inmiddels kosten geïdentificeerd die niet in de modellen zitten? Zo ja, welke en wat is de (financiële) impact?

Vraag 6

Zijn kosten voor communicatie richting bewoners, verhuiskostenvergoedingen en de kosten voor de bouwplaats meegenomen? Zo ja, op basis waarvan zijn die geschat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Zijn kosten die gemeenten moeten maken (zoals ambtelijke inzet) meegenomen?

Vraag 8

Met welke kostenreducties is rekening gehouden voor het berekenen van de kosten van de wijkaanpak? Zo ja, hoe hoog zijn de verwachte kostenreducties en op basis waarvan zijn die bepaald?

Vraag 9

Kunt u aangeven of de berekeningen uitgaan van de veronderstelling dat een investering van 10.000 euro ook leidt tot een waardestijging van de woning van 10.000 euro? Zo ja, is dat realistisch?

Vraag 10

Kunt u een reactie geven op de uitspraak van de directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) dat het ontzettend moeilijk is om de berekeningen te reproduceren omdat er veel aannames zijn gemaakt zonder dat er een onderbouwing is te vinden?

Vraag 11

Kunt u aangeven wat de verwachte kosten per ton vermeden CO2 zijn in de periode 2020 – 2030 van de wijkaanpak?

Vraag 12

Kunt u een reactie geven op de uitspraak van het EIB en anderen tijdens de rondetafel gebouwde omgeving van 28 maart 2019 dat andere energiebesparingsmaatregelen, zoals vloer- en spouwmuurisolatie, HR++ ramen en hybride warmtepompen, veel goedkoper zijn dan de wijkaanpak?

Vraag 13

Zijn stimulering en waar mogelijk bij vervangmomenten normering van deze goedkopere energiebesparende maatregelen geen onderdeel van het klimaatakkoord? Zo ja welke, en waarom andere niet?

Vraag 14

Kunt u een schatting geven van hoeveel woningen onderdeel zouden kunnen zijn van de wijkaanpak, en hoeveel woningen, omdat zij bijvoorbeeld in een historisch stadcentrum liggen, buiten de gebouwde kom liggen of het gaat om lintbebouwing geen onderdeel uit kunnen maken van de wijkaanpak omdat deze woningen niet aangesloten kunnen worden op een warmtenetwerk, noch op dit moment voldoende geïsoleerd kunnen worden voor all-electric verwarming?

Vraag 15

Kunt u aangeven hoeveel investeringen er per jaar plaatsvinden in de plannen van het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving en dat ook uitsplitsen naar particulier eigendom, woningbouwcorporaties en overig (dus per jaar: x miljoen investeringen, uitgesplitst)?

Vraag 16

Kunt u aangeven wat de verwachte kosten voor elke maatregel van het klimaatakkoord zijn als weergegeven in bijlage 1 van de doorrekening van PBL per verwachte ton vermeden CO2?

Vraag 17

Kunt u aangeven met welke kosten en welke baten en de hoogte daarvan is gerekend door PBL voor het berekenen van de nationale kosten per maatregel als weergegeven in bijlage 1 van de PBL doorrekening?

Vraag 18

Bent u bereid ervoor te zorgen dat die zo snel mogelijk bekend worden gemaakt zodat partijen hierop kunnen reageren en er indien nodig een betere inschatting van de kosten en baten gemaakt kan worden?

Vraag 19

Bent u ervan op de hoogte dat het PBL na de doorrekening gesprekken voert met Aedes en andere onderhandelaars over de aannames die gedaan zijn? Op welke termijn kunnen de kosteninschattingen mogelijk verbeterd worden?

Vraag 20

Kunt u toelichten waarom daarover niet voor en tijdens de doorrekening over gesproken is zodat het nu transparanter zou zijn?

Vraag 21

Kunt u de modellen waarmee gerekend is en hun achterliggende aannames openbaar maken, zodat anderen de berekeningen kunnen reproduceren?

Vraag 22

In hoeverre deelt u de mening dat de uitkomsten waar het PBL op uitkomt na te rekenen moeten zijn?

Vraag 23

Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden alsmede de eerder gestelde Kamervragen (documentnr. 2019Z04029)?

Naar boven