Vragen van de leden Geluk-Poortvliet en Van Dam (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Bunker van nazikopstuk uit foute handen houden» (ingezonden 28 maart 2019).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Bunker van nazikopstuk uit foute handen houden»?1

Vraag 2

Hebt u kennisgenomen van de oproep van burgers, wetenschappers, herinneringscentra, belangenorganisaties en verenigingen om de verkoop van de voormalige commandobunker van Seyss-Inquart in Wassenaar tijdelijk stop te zetten?

Vraag 3

Herinnert u zich uw antwoord in het wetgevingsoverleg over de Cultuurbegroting op 19 november 2018, dat de bunker wordt verkocht, met als voorwaarde dat hij als rijksmonument in stand gehouden wordt, «met alle voorwaarden van dien»?

Vraag 4

Deelt u de mening dat aan de verkoop van de commandobunker van Seyss-Inquart specifieke eisen gesteld moeten worden gezien het karakter van herinneringserfgoed uit de Tweede Wereldoorlog? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke eisen worden in dit verband door het Rijksvastgoedbedrijf gesteld?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Aartsen (VVD), ingezonden 26 maart 2019 (vraagnummer 2019Z05840).


X Noot
1

AD Haagsche Courant, 27 maart 2019

Naar boven