Vragen van de leden Van den Hul en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse
Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het vervolgen,
martelen en vermoorden van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en
mensen met een intersekse-conditie (LHBTI’s) in Tsjetsjenië (ingezonden 20 maart 2019).
Vraag 1
Heeft u na 13 april 2018 nog inspanningen verricht om de grove mensenrechtenschendingen,
inclusief het geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en
mensen met een intersekse-conditie (LHBTI’s) in Tsjetsjenië aan te kaarten?1 Zo ja, welke inspanningen zijn dat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Heeft u naar aanleiding van het onderzoek van de onafhankelijke rapporteur van de
Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), professor Benedek, dat
u in 2018 samen met vijftien andere landen heeft geïnitieerd, nog contact gehad met
professor Benedek? Zo ja, wat heeft dit opgeleverd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Heeft u nog contact met de vijftien andere gelijkgezinde landen over de mensenrechtensituatie
in Tsjetsjenië? Zo ja, spreekt u daarbij ook over eventueel te nemen vervolgstappen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wat is de stand van zaken omtrent uw voornemen om de onderdrukking en het geweld tegen
LHBTI’s in Tsjetsjenië in VN-verband te agenderen? Heeft u de mogelijkheden om dit
aan te kaarten in de komende sessie van de VN-Mensenrechtenraad al besproken met gelijkgezinde
landen?
Vraag 5
Hoe vaak heeft u tot nu toe mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië geagendeerd bij
de VN-Mensenrechtenraad? Met welke landen hebt u daarbij opgetrokken? Hoe schetst
u het draagvlak in de VN-Mensenrechtenraad?
Vraag 6
Heeft u overwogen om wederom druk van uit de Europese Unie en de Equal Rights Coalition,
in navolging van 2017, te organiseren nu het onderzoek naar het geweld tegen de LHBTI’s
stil ligt sinds de Russische autoriteiten dit hebben overgedragen aan de Tsjetsjeense
autoriteiten? Zo ja, welke stappen heeft u al ondernomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Is er nog steeds sprake van de tijdelijke vermindering in het geweld tegen de LHBTI’s
in Tsjetsjenië? Of bedoelt u met de tijdelijke vermindering een begrensd tijdvak en
kunt u dat geval aangeven in welke periode er sprake was van die tijdelijke vermindering
van geweld tegen LHBTI’s in Tsjetsjenië?
Vraag 8
Speelt u nog steeds een voortrekkersrol binnen de Euqal Rights Coalition, zoals ten
tijde van de veroordeling in 2017? Zo ja, hoe geeft u daar concreet invulling aan?
Zo nee, waarom niet? Door wie is de Nederlandse voortrekkersrol overgenomen?
Vraag 9
Ziet u de Equal Rights Coalition nog altijd als middel om druk uit te oefenen op de
Russische en Tsjetsjeense autoriteiten om de mensenrechtensituatie van LHBTI’s te
verbeteren, nu u aangeeft dat de internationale druk die uitgaat van dit forum schijnbaar
effect sorteert?
Vraag 10
Wat zijn de criteria waarop u de effecten van dat het huidige beleid van stille diplomatie
voor effectieve beïnvloeding op het mensenrechtenbeleid toetst? Welke concrete doelen
stelt u bij het inzetten van het instrument van stille diplomatie?
Vraag 11
Wanneer is wat u betreft het moment aangebroken waarop u bereid bent zowel in bilateraal
als in multilateraal verband publiekelijk schendingen van de mensenrechten in te veroordelen?
Vraag 12
Wanneer, waarom en in welke gremia – waaronder de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties, de VN-Veiligheidsraad, de VN-Mensenrechtenraad, de Organisatie voor Veiligheid
en Samenwerking in Europa – heeft u stappen ondernomen om mensenrechtenschendingen
te veroordelen? Hoe is uw inzet daar ontvangen? Welk resultaat heeft uw inzet opgeleverd
voor de mensenrechtensituatie per kwestie?
Vraag 13
Wanneer en waarom heeft u in bilateraal verband stappen ondernomen om mensenrechtenschendingen
veroordelen? Welke reacties hebt u op deze stappen ontvangen? Wat waren de gevolgen
van uw optreden voor de mensenrechtensituatie per kwestie?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1570