Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de uitvoer van 57 miljoen kogelpatronen aan de Verenigde Arabische Emiraten (ingezonden 14 maart 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Munitiedoorvoer naar VAE – mogelijke inzet in Jemen»?1

Vraag 2

Klopt het dat u een vergunning heeft verstrekt voor de uitvoer van 57 miljoen kogelpatronen aan de Verenigde Arabische Emiraten?

Vraag 3

Waarom is de Kamer niet geïnformeerd over het verstrekken van deze vergunning, gelet op de verhoogde politieke gevoeligheid van het exporteren van militair materieel naar landen die deelnemen aan de burgeroorlog in Jemen?

Vraag 4

Hoe rijmt dit besluit zich met het door u afgekondigde verscherpte wapenexportbeleid ten aanzien van landen die deelnemen aan de burgeroorlog in Jemen, waar de Verenigde Arabische Emiraten onder vallen?2

Vraag 5

Kunt u ingaan op het risico dat munitie via de Verenigde Arabische Emiraten direct of indirect wordt gebruikt om munitie die is verschoten bij de burgeroorlog in Jemen aan te vullen? Welke garanties heeft u dat dit niet zal gebeuren?

Vraag 6

Deelt u de analyse dat het leveren van munitie aan een land bij uitstek het vermogen van dat land bevordert om een militair conflict voort te zetten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Klopt het dat er in 2018 ook munitie via Nederland is doorgevoerd aan Jordanië en in 2016 aan Saoedi-Arabië? Om hoeveel en welke soort munitie ging dit en hoe is bij het verstrekken van een vergunning het risico op gebruik in de burgeroorlog in Jemen gewogen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut (SP), ingezonden 13 maart 2019 (vraagnummer 2019Z04933)

Naar boven