Vragen van de leden Smeulders (GroenLinks) en Van Eijs (D66) aan de Minister van Binnenlandse
zaken en Koninkrijksrelaties over de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten
(ingezonden 13 maart 2019).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van de uitkomsten van de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van 81% van de Nederlanders die in de enquête aangeven zich zorgen
te maken om de toekomst van ons landschap en de vrees dat het landschap onvoldoende
beschermd wordt bij het maken van ruimtelijke keuzes?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke maatregelen u neemt om bestaande landschappelijke kwaliteit
te behouden en te beschermen in het licht van alle andere ontwikkelingen die ruimte
vragen, zoals woningbouw, de energietransitie, luchtvaart, landbouw, etc.?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de vier prioriteiten uit de Nationale Omgevingsvisie, te weten
1) duurzaam economisch groeipotentieel voor Nederland, 2) ruimte voor klimaatverandering
en de energietransitie, 3) sterke, leefbare en klimaatbestendige steden en regio’s
en 4) toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied (waarvan de eerste
drie prioriteiten ruimteclaims leggen op het landelijk gebied) zich in de praktijk
gaan verhouden tot de uitdrukkelijke wens van veel Nederlanders om ons landschap te
beschermen?
Vraag 5
Heeft u er zicht op waar andere belangen botsen met het belang om landschappelijke
kwaliteit te waarborgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u om met deze botsende
belangen in de context van de Nationale Omgevingsvisie?
Vraag 6
Deelt u de zorgen die uit de enquête naar voren komen over het verdwijnen van bloemen,
insecten, vogels, het verdwijnen van bomen in het landelijk gebied, heggen en houtwallen?
Vraag 7
Hoe wilt u verder biodiversiteitsverlies en verlies van (historische) landschapselementen
voorkomen? Deelt u de mening dat goede kwaliteit van landschappen noodzakelijk is
voor het behoud van natuur en biodiversiteit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe geeft
u dit vorm in het kabinetsbeleid?
Vraag 8
Deelt u de zorgen die uit de enquête naar voren komen over de komst van meer bedrijven
en bedrijfsterreinen, de bouw van (grote) stallen, uitbreiding van wegen en spoorlijnen,
de bouw van windmolens en de aanleg van velden met zonnepanelen rondom natuurgebieden?.
Hoe bent u voornemens natuur en landschap te beschermen bij de ruimtelijke inpassing
van dergelijke ontwikkelingen, en welke kaders geeft u daarvoor mee aan decentrale
overheden?
Vraag 9
Ziet u de uitkomsten van de Nationale Landschap Enquête als extra ondersteuning voor
het opnemen van het Nederlands Landschap als «nationaal belang» in de NOVI? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het feit dat 92% van de deelnemers aan de enquête vindt dat de overheid
haar verantwoordelijkheid moet nemen als regisseur van het Nederlands landschap en
dat de overheid landschapsbelangen integraal moet meewegen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen?
Vraag 11
Bent u bereid om de Kamer een brief te sturen over de wijze waarop u de onlangs aangenomen
motie-Smeulders/ Van Eijs (Kamerstuk 34 986, nr. 24) gaat uitvoeren, waarin de regering
wordt verzocht om in samenspraak met decentrale overheden een methode te ontwikkelen
waarbij zachte waarden, zoals milieu, gezondheid en klimaat, worden gekwantificeerd?