Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Buitenlandse Zaken over foutieve registratie in de basisregistratie personen. (ingezonden 12 maart 2019).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over foutieve registratie in de basisregistratie personen?1

Vraag 2

Kunt u vraag 3 alsnog beantwoorden? Zo nee, waarom niet? Kunt u uitleggen waarom destijds de benaming (bezet) Palestijns gebied wel mogelijk was en nu niet meer?

Vraag 3

Kunt u toelichten waarom de benaming (bezet) Palestijns gebied niet in de systematiek van de Landentabel zou passen en de benaming Gazastrook en Westelijke Jordaanoever met inbegrip van Oost-Jeruzalem wel? Heeft dit te maken met het buitenlands beleid van de Nederlandse regering? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Waarom gebruikt de overheid in allerlei andere gevallen wel de term (bezet) Palestijns gebied, zoals ook de Europese Unie (EU) en Verenigde Naties (VN) dat doen, en wordt daarvan afgeweken in de Landentabel.

Vraag 5

Waarom ontleent u, in antwoord op vraag 4 van de eerder gestelde vragen, uw voorstel onder andere aan de Oslo-akkoorden en niet aan juridisch relevantere resoluties van de Veiligheidsraad van de VN waarin wel de term (bezet) Palestijns gebied wordt gebruikt?

Vraag 6

Is het nu uitgesloten dat iemand die is geboren in (bezet) Palestijns gebied zich kan registeren als zijnde geboren in Israël? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Welke niet-erkende staten en gebieden maken deel uit van de Landentabel?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1490

Naar boven