Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) en Voordewind (ChrsitenUnie)
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de belemmerde vervolging van Syriëgangers
(ingezonden 5 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel op de website van Trouw d.d. 1 maart 2019 inzake de
belemmerde vervolging van Syriëgangers?1
Vraag 2
Hoeveel Syriëgangers hebben in hun verdediging voor de rechter in Nederland reeds
gebruik gemaakt van het feit dat zij meevochten in een organisatie die ondersteund
werd door het Nederlandse kabinet via het Non-Lethal Assistance (NLA)-programma of
indirect via een samenwerkingsverband van organisaties?
Vraag 3
Hoeveel Syriëgangers hebben hun verdediging voor de rechter in Turkije ook gesterkt
met het argument van de Nederlandse steun aan hun organisatie of samenwerkingsverband
van organisaties?
Vraag 4
Hoeveel Nederlanders hebben volgens de inlichtingendiensten op enig moment meegevochten
met organisaties die Nederland met NLA gesteund heeft?
Vraag 5
Hoeveel Syriëgangers hebben hun verdediging voor de rechter in Irak ook gesterkt met
het argument van de Nederlandse steun aan hun organisatie of samenwerkingsverband
van organisaties?
Vraag 6
Heeft deze mogelijkheid ooit onderdeel uitgemaakt van de afweging op het ministerie
om wel of geen NLA te verlenen aan gewapende groeperingen in Syrië?
Vraag 7
Is er ooit een ambtelijk advies geweest dat waarschuwde dat Nederlanders die in Syrië
voor door Nederland met NLA gesteunde groepen vochten, moeilijker of niet vervolgd
zouden kunnen worden door Nederlandse steun? Zo ja, kunt u aangeven wie dat advies
gegeven heeft, wanneer dat gegeven is en welke opvolging aan dat advies gegeven is?
Vraag 8
Heeft het openbaar ministerie (OM) aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken op enig
moment uitleg gevraagd over het NLA-programma? Zo ja, kunt u dan precies aangeven
wat het OM gevraagd heeft en hoe die vragen beantwoord zijn?
Vraag 9
Heeft het Ministerie van buitenlandse zaken aan het OM meegedeeld welke groepen wel
of niet gesteund zijn?
Vraag 10
Is de informatie, welke groepen wel en niet gesteund zijn en die aan het OM is meegedeeld,
gekwalificeerd als staatsgeheim?
Vraag 11
Hebben de Syrië-gangers en/of hun advocaten informatie gekregen over welke groepen
Nederland met NLA gesteund heeft? Zo ja, welke informatie hebben zij gekregen?
Vraag 12
Hebben de Syrië-gangers en/of hun advocaten inzage gekregen in staatsgeheimen?
Vraag 13
Kunt u de informatie die aan Syrië-gangers en/of hun advocaten gegeven is over welke
groepen door Nederland met NLA gesteund zijn en welke niet, ook met de Kamer delen?
Vraag 14
Is het strafbaar om te vechten voor een gewapende groep die steun ontvangt van Nederland
zoals soldij, voertuigen, voedsel en andere zaken?
Vraag 15
Heeft Nederland ooit steun gegeven aan groepen die op dit moment door het OM als extremistisch
en/of terroriristich beschouwd worden? Zo ja, aan hoeveel van dat soort groepen?
Vraag 16
Klopt het dat er vroeger een wet gold dat wanneer een Nederlander zonder toestemming
van de Koning(-in) meevocht in een leger dat niet het Nederlandse was, deze burger
automatisch zijn Nederlandschap verloor?
Vraag 17
Is het kabinet van zin om deze wet opnieuw in werking te laten treden?
Vraag 18
Kunt u deze vragen binnen twee weken en één voor één beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Voordewind
(ChristenUnie) en Van Helvert (CDA), ingezonden 1 maart 2019 (vraagnummer 2019Z03987).