Vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius (VVD) en AgnesMulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de ramingen en beleidsinformatie aangeleverd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) (ingezonden 22 februari 2019).

Vraag 1

Wat is de marge van de cijfers uit de Nationale energieverkenning 2017 (NEV 2017) voor het energieverbruik ten opzichte van de gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)? Waaraan wijdt u dat?

Vraag 2

Kwalificeert u een dergelijke marge als redelijk?

Vraag 3

In hoeverre wijkt de raming van PBL af van het daadwerkelijke gebruik van een gemiddeld huishouden?

Vraag 4

Klopt het dat dit niet de eerste keer is dat er twijfel of onduidelijkheid bestaat over de aangeleverde beleidsinformatie of ramingen van het PBL?

Vraag 5

Klopt het dat het PBL eerder cijfers heeft aan moeten passen met betrekking tot cijfers over de klimaatschade van vleesconsumptie?1

Vraag 6

Klopt het dat het mede door het PBL gehanteerde model er eerder bij het ramen van de marktontwikkeling voor elektrische auto’s meerdere keren ver naast zat? Klopt het ook dat de raming voor aantal verwachte stekkerauto’s voor 2050 al in 2018 bereikt was?2

Vraag 7

Klopt het dat ook de huidige CO2 prijs heel anders is dan het PBL in de NEV 2017 voorspelde?3 Zo ja, hoe komt dat? Wordt er afdoende rekening gehouden met prijsontwikkelingen? Zo ja, op welke manier en hoe is dit te toetsen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u een lijst geven met ramingen en voorspellingen van PBL in de afgelopen jaren waar die raming en voorspelling er ver naast zat?

Vraag 9

Deelt u het belang van openbare en toetsbare modellen, zodat peer-review en/of wetenschappelijke validatie kan plaatsvinden op de kwaliteit van modellen? Zo ja, hoe wordt er voor gezorgd dat modellen openbaar zijn en er peer-reviews en/of wetenschappelijke validatie plaats vindt?

Vraag 10

Welke onzekerheidsmarge hanteert het PBL rond ramingen? Is het mogelijk dat het PBL te stellige ramingen meegeeft? Maakt het PBL bij haar ramingen gebruik van «fan charts» en wordt expliciet het betrouwbaarheidsinterval meegegeven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Welke bronnen gebruikt het PBL voor haar ramingen en beleidsinformatie op korte, middellange en lange termijn? Zijn deze bronnen gevalideerd? Hoe verhoudt dit zich tot de manier waarop ramingen worden gemaakt in voor ons omliggende landen?

Vraag 12

Zijn er ramingen met een hoge onzekerheidsmarge die hun doorwerking hebben in de doorrekening van de tafelvoorstellen voor een Klimaatakkoord? Zo ja, welke? Welke verbruiksraming hanteert het PBL als onderliggende assumptie bij het doorrekenen van de klimaattafelvoorstellen? Welke uitgangspunten hanteert het PBL voor de doorrekening van de tafelvoorstelling, bijvoorbeeld over het gebruik van energie?

Vraag 13

Heeft het PBL zelf aangegeven verbeteringen aan te brengen aan de statistische validiteit en betrouwbaarheid van haar ramingen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1458 en NEV 2017, p. 47

X Noot
3

Algemeen Dagblad, 20 februari 2019: «Kamer wantrouwt klimaatrekenaars»

Naar boven