Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over banden tussen BDS en terroristen (ingezonden 7 februari 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Terrorists in Suits: banden tussen BDS en terroristen»?1

Vraag 2

Klopt de bewering in het artikel, gedaan op basis van het rapport «Terrorists in Suits' van het Israëlische Ministerie van Strategische Zaken2, dat er in algemene zin nauwe banden voorkomen tussen Palestijnse terroristen en terreurorganisaties enerzijds, en BDS (Boycott, Divestment and Sanctions)-organisaties anderzijds?

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat Palestijnse organisaties die direct of indirect financieel gesteund werden of worden door Nederland, bijvoorbeeld tot 2017 via het HR/IHL Secretariat, ten tijde van die steunverlening terroristen in dienst hadden of zich schuldig maakten aan terroristische activiteiten?

Vraag 4

Handhaaft u het eerdere kabinetsstandpunt, zoals uiteengezet per kabinetsbrief van 7 juli 2016 over de uitvoering van de motie-Van der Staaij c.s.3, dat Nederland a) tegen een boycot van Israël is; b) de internationaal georganiseerde oproep van de BDS-beweging niet steunt; en c) de strikte lijn hanteert dat het kabinet geen activiteiten financiert die BDS tegen Israël propageren? Zo ja, hoe geeft u hier concreet uitvoering aan?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u een campagne van Amnesty International waarin Booking.com, Airbnb, TripAdvisor en andere toeristische organisaties worden opgeroepen om alle Joodse toeristische ondernemingen in betwiste Palestijnse gebieden als Judea en Samaria te boycotten?4

Vraag 6

Klopt het dat het hier gaat om een BDS-activiteit die als zodanig niet door Nederland gesteund dient te worden?5

Vraag 7

Kunt u uitsluiten dat Nederlandse subsidies, direct of indirect, voor deze en soortgelijke campagnes gebruikt worden?

Vraag 8

Eerder is aangegeven dat de huidige procedures, kaders en criteria voor het verstrekken van overheidssubsidies toereikend zijn en voldoende mogelijkheden bieden om adequaat op te treden indien er sprake blijkt te zijn van schending van de (subsidie)voorwaarden. Kunt u voorbeelden geven van een dergelijk optreden?

Naar boven