Vragen van de leden Bruins Slot en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Justitie en Veiligheid over de rol van instanties rond het langdurig misbruikschandaal in de atletiekwereld (ingezonden 10 januari 2019).

Vraag 1

Klopt het dat zowel in 2000 als in 2009 meldingen zijn gedaan bij de politie over misbruik van jonge atletes, gepleegd door een Rotterdamse atletiektrainer?1

Vraag 2

Waarom is het Openbaar Ministerie (OM) pas na de publicatie over deze zaak een onderzoek gestart?2

Vraag 3

Is de betreffende atletiektrainer opgenomen in het door NOC*NSF bijgehouden centrale registratiesysteem van plegers van seksuele intimidatie? Zo ja, per wanneer is hij hierin opgenomen? Zo nee, waarom is hij hierin niet opgenomen?«

Vraag 4

Welke mogelijkheden bestaan er onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) voor het opstellen van een register waarin personen met een veroordeling voor zedenmisdrijven worden opgenomen, welke de sportbonden kunnen raadplegen? Bent u bekend met belangstelling van sportverenigingen naar een dergelijk register? Zijn er obstakels ten aanzien van het inrichten van een dergelijk register en kunt u deze wegnemen?

Vraag 5

Klopt het dat NOC*NSF samen met de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) aan een voorstel werkt voor een nieuw register voor mensen die in strafrecht veroordeeld zijn of een ordemaatregel opgelegd hebben gekregen?3

Vraag 6

Kunt u aangeven of een (tucht)zaak zoals die van de eerdergenoemde atletiektrainer opgenomen zou worden in een dergelijk nieuw register? Bent u van mening dat hiermee voldoende geborgd is dat in een dergelijk geval een tuchtrechtelijk veroordeelde trainer niet zomaar meer aan de slag kan bij een andere sportvereniging (ook buiten de eigen sportbond)? Zo nee, wat is hier dan nog aanvullend voor nodig?

Vraag 7

Wat is de stand van zaken van het door NOC*NSF in juni 2017 aangekondigde werkdocument waarin samenwerkingsafspraken tussen de sport enerzijds en politie en het OM anderzijds worden vastgelegd?4

Vraag 8

Welke samenwerkingsafspraken worden in het werkdocument tussen de sport en het OM en politie vastgelegd met betrekking tot het uitwisselen van informatie? Wordt hierin bijvoorbeeld vastgelegd dat een tuchtzaak met betrekking tot seksuele intimidatie en misbruik te allen tijde ook bij het OM gemeld moet worden, ook al is de zaak inmiddels verjaard?

Vraag 9

Heeft u inmiddels – naar aanleiding van uw toezegging tijdens het debat over het rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport – met NOC*NSF gesproken over de wenselijkheid en mogelijkheid van verplichte continue screening voor mensen die bij een sportvereniging werken?5 Zo ja, wat is er uit dit gesprek gekomen?

Vraag 10

Worden tuchtrechtelijke uitspraken in de sport inmiddels (geanonimiseerd) openbaar gemaakt, zoals de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport heeft aanbevolen?6 Zo ja, op welke wijze wordt dit openbaar gemaakt? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Telegraaf, «Niemand greep in», 7 januari 2019

X Noot
2

NOS, «OM onderzoekt seksueel misbruik atletiektrainer Jerry M.», 8 januari 2019

X Noot
3

NOC*NSF, «Voortgang implementatie Plan van Aanpak SIM (Seksuele intimidatie en Misbruik in de sport)», 5 november 2018 (https://www.nocnsf.nl/stream/06a.-voortgang-pva-sim-inclusief-blauwdruk-en-rapportage-gog.pdf).

X Noot
4

NOC*NSF, «Intensievere samenwerking tegen ongewenst seksueel gedrag in de sport», 28 juni 2017 (https://www.nocnsf.nl/intensievere-samenwerking-tegen-ongewenst-seksueel-gedrag-in-de-sport#)

X Noot
5

Debat over het Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, 16 mei 2018.

X Noot
6

Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport (2017).

Naar boven