Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de cijfers over bevoegde en benoembare docenten in het voortgezet onderwijs (ingezonden 10 januari 2019).

Vraag 1

Wat is het verschil tussen de oude en nieuwe meetmethode waarmee het aandeel lessen dat gegeven wordt door bevoegde of benoembare docenten in het voortgezet onderwijs wordt aangegeven?1

Vraag 2

Kunt u in tabelvorm een overzicht geven van de percentages bevoegde, benoembare en onbevoegde docenten in het voortgezet onderwijs uitgesplitst naar onderwijsniveau van 2009 tot en met 2018?

Vraag 3

Kunt u in tabelvorm een overzicht geven van het percentage benoembare docenten van 2009 tot en met 2018 uitgesplitst naar de verschillende categorieën die worden benoemd op de website van de rijksoverheid, namelijk:

  • Tijdelijke vervanger bij afwezigheid en vacatures die moeilijk in te vullen zijn;

  • Leraren die al een vakbevoegdheid hebben en les geven in een ander vak;

  • Studenten van lerarenopleidingen;

  • Zij-instromers met een geschiktheidsverklaring;

  • Leraren met een tweedegraads bevoegdheid (die eerstegraads lesgeven);

  • Gastdocenten.2

Vraag 4

Waarom wordt er door zowel de Inspectie van het Onderwijs in de Staat van het Onderwijs als op de website van OCW in cijfers geen onderscheid gemaakt tussen bevoegde en benoembare docenten?3

Vraag 5

Bent u het eens dat benoembare docenten in feite onbevoegd voor de klas staan, aangezien zij geen onderwijsbevoegdheid voor dat bepaalde vak of voor de bovenbouw hebben? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Bent u het eens dat door bevoegde en benoembare docenten op één hoop te gooien er een vertekend beeld ontstaat van de daadwerkelijke situatie als het gaat om bevoegd lesgeven en het lerarentekort in het voortgezet onderwijs en er daardoor sprake kan zijn van een stille crisis die alleen maar groter wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Klopt het dat benoembare docenten steeds van school kunnen wisselen, waardoor de termijn voor het behalen van een diploma uit te stellen is? Zo ja, acht u dit wenselijk en bent u bereid hier actie tegen te ondernemen?

Vraag 8

Bent u bereid om voortaan zowel door de Inspectie van het Onderwijs als door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de cijfers eerlijk weer te laten geven en dus ook onderscheid te gaan maken tussen bevoegde en benoembare docenten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u deze schriftelijke vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Leraren van 24 januari a.s.?

Naar boven