Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat het kinderspel is om bedrijven lam te leggen met beslag (ingezonden 18 december 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Bedrijven lamleggen met beslag is kinderspel»?1

Vraag 2

Kunt u voor de jaren 2016 en 2017 aangeven in hoeveel gevallen er conservatoir beslag is gelegd bij bedrijven of organisaties met als gevolg dat die bedrijven of organisaties werden belemmerd deel te nemen aan het economisch verkeer? In hoeveel van die gevallen is het beslag uiteindelijk opgeheven in een opheffingskortgeding? In hoeveel van die gevallen is het beslag door de rechter uiteindelijk opgeheven, omdat de vordering in de bodemprocedure is afgewezen?

Vraag 3

Hoe oordeelt u over de positie van de beslaglegger ten opzichte van de beslagene? Kunt u in uw antwoord specifiek ingaan op de bewijslastverdeling tussen beide partijen, het opheffingskortgeding en de vaak lange duur van die kortgedingprocedure?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het gebruik van conservatoir beslag als pressiemiddel, teneinde de schuldenaar tot betaling of levering te dwingen?

Vraag 5

Hoe duidt u het feit dat de schuldenaar in de regel niet wordt gehoord bij een aanvraag van een schuldeiser voor een beslag (beslagrekest)?

Vraag 6

Klopt het, dat de richtlijn voor een rechter te beoordelen of een beslagrekest voldoende onderbouwd is slechts negen minuten is? Klopt het voorts dat de voorbereidingstijd door een griffiemedewerker daarbij 28 minuten is? Zo nee, wat zijn die tijden dan wel? Kunt u in uw antwoord ingaan op de vraag of u die richttijden representatief acht voor een zorgvuldige beoordeling van een beslagrekest?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de beschikbaarheid van meer informatie van de zijde van de beslagene kan leiden tot een minder eenzijdige beoordeling en een betere werking van de waarborgenaspecten voor de beslagene bij verlofverlening? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u aangeven hoe vaak er een dergelijk conservatoir beslag wordt gelegd in de ons omringde landen, en de mate aangeven waarin dit in Nederland gebeurt? Kunt u daarnaast uiteenzetten op welke wijze in dit verband het beslagrecht in de ons omringende landen, waaronder in ieder geval Duitsland en Frankrijk, is geregeld?

Vraag 9

Welke mogelijkheden ziet u om de positie van de beslagene en de beslaglegger meer in evenwicht te brengen in een conservatoir-beslagproces, althans te voorkomen dat beslagen bedrijven of organisaties door conservatoir beslag onevenredig worden belemmerd teneinde deel te kunnen blijven nemen aan het economisch verkeer?

Vraag 10

Ziet u mogelijkheden beslagenen het recht te geven om eerder in het proces gehoord te worden door de rechter, of de bewijslast op andere wijze te verdelen?

Naar boven