Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Waarschuwing voor flinke tegenvaller gemeenten» (ingezonden 13 december 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Waarschuwing voor flinke tegenvaller gemeenten»?1

Vraag 2

Zijn de geponeerde stelling dat gemeenten straks (minstens) 100 miljoen euro minder kunnen tegemoet zien dan verondersteld als ook de daaraan ten grondslag liggende aannames correct? Zo nee, waarom niet? Hoe zit het dan wel volgens u?

Vraag 3

Bent u het eens met de in het artikel gedane voorspelling dat het uiteindelijke bedrag dat gemeenten minder krijgen dan verondersteld nog hoger zal worden? Zo ja, wat is dan volgens u een realistisch scenario? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u het eens met de stelling dat de financiële problemen van gemeenten hierdoor, met name ook in het sociaal domein, groter worden dan eerder door u aangenomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat er een grote kans is dat bedoelde verslechtering linksom of rechtsom zal worden afgewenteld op de kwetsbaarste inwoners? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vindt u daar van?

Vraag 6

Vindt u het ook eigenaardig dat terwijl uw ministerie geld overhoudt gemeenten juist minder geld krijgen dan eerder verondersteld? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u nu wel bereid om gemeenten extra geld te geven, zodat bijvoorbeeld hun kwetsbaarste inwoners niet de dupe worden van het zogenaamde «abonnementstarief» in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of (grotere) problemen in de jeugdhulp kunnen worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Naar boven