Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en van Infrastructuur en Waterstaat over de antwoorden op de schriftelijke vragen
over het bericht «Vis kan eindelijk door Haringvlietdam, maar daarachter wachten netten
en fuiken» (ingezonden 3 december 2018).
Vraag 1
Wat is precies de onderzoeksvraag van het lopende onderzoek naar migrerende vissen?1
Vraag 2
Aangezien de Kier nog niet open is (of net) en het onderzoek wel binnen afzienbare
tijd zal worden afgerond, hoe kan dan een causaal verband tussen trekvispopulatie
en visserij aangetoond worden?
Vraag 3
Herinnert u zich dat tijdens het onderhandelingsproces waar u bij betrokken was, een
kwalitatief onderzoek ter tafel is gebracht waarin de mogelijke impact van een tiental
visserijtechnieken op trekvissen is aangetoond? Wat was de reden dat u dit onderzoek
onvoldoende bewijslast vond om op basis van het voorzorgsprincipe nu tot visserijbeperkende
maatregelen over te gaan?2
Vraag 4
Aangezien er weinig tot geen data beschikbaar zijn over (trek)visbestanden, vangt
en bijvangst, hoe denkt u de impact van visserij op de trekvispopulaties op dit moment
te kunnen meten in de huidige situatie (=een nog niet hersteld estuarium) en in relatie
tot de toekomstige situatie?
Vraag 5
Hoe gaat u monitoren wat de bijvangsten zijn?
Vraag 6
Komt er een registratieverplichting voor alle gevangen dieren, ook die weer levend
(of dood) overboord gezet worden?
Vraag 7
Bent u bereid deze cijfers te delen met derden?
Vraag 8
Wat gaat u doen om trekvissen te beschermen en zo het Kierbesluit te optimaliseren
als uit het huidige onderzoek (conform eerder onderzoek uit 2008) blijkt dat er onduidelijkheid
is over impact van visserij op trekvisbestanden?
Vraag 9
Herinnert u zich uw stelling «dat er slechts sprake was van een voorstel van vissers
en ngo’s om tegen betaling door de overheid een aantal jaren de visserij te beperken»?
Deelt u de inhoudelijke analyse achter het voorstel tot het tijdelijk stilleggen van
de visserij?3
Vraag 10
Heeft u ook mogelijkheden tot cofinanciering door private partijen onderzocht, dit
gezien uw opmerking dat de kosten voor het tijdelijk stilleggen van de visserij eenzijdig
bij de overheid zouden komen te liggen?
Vraag 11
Wat heeft u gedaan om zich, vanuit de inhoudelijk analyse, in te spannen om te zoeken
naar financiering voor het voorstel?
Vraag 12
Kunt u uw betrokkenheid bij het traject schetsen?
Vraag 13
Kunt u aangeven hoeveel het Kierbesluit al heeft gekost?
Vraag 14
Hoeveel hebben andere EU-lidstaten uitgegeven aan vismigratie in de Rijn en Maas?
Vraag 15
Hoe ziet u de investering van 1,5 miljoen euro in het genoemd onderzoek in het licht
van de totaalkosten van het Kierbesluit?
Vraag 16
Kunt u aangeven in dit proces zorgvuldig te hebben gehandeld en dat u zich tot het
uiterste heeft ingespannen om tot een oplossing te komen, gezien beantwoording op
de vorige Kamervragen een passieve rol van de kant van de overheid suggereert als
het gaat om het beperken van de visserij rondom de kier?
Vraag 17
Hoe staat het met het onderzoek dat u heeft aangekondigd naar de mogelijkheid om rond
belangrijke zoet-zout-overgangen in Nederland visserijvrije zones in te stellen?
Vraag 18
Bent u bereid om de antwoorden op deze Kamervragen voorafgaand aan het algemeen overleg
Visserij op 6 december 2018 aan de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 694. Zie ook het stenogram van het wetgevingsoverleg Water op 26 november 2018 waarin
de Minister van I&W verwijst naar een herhalingsonderzoek naar de effecten van de
visserij op de migrerende vissoorten in de kustzone.
X Noot
2Advies bescherming trekvissen in Haringvliet en Voordelta tegen gevolgen van visserij,
Kroes et al., 2017.
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 693.