Vragen van de leden Asscher en Gijs vanDijk (beiden PvdA) aan de Minister-President en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het mislukken van een pensioenakkoord (ingezonden 23 november 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Echt verdrietig over mislukken pensioenakkoord»?1

Vraag 2

Klopt het dat het kabinet en werkgevers bereid waren de koppeling tussen de levensverwachting en de AOW-leeftijd los te koppelen? Klopt het dat het voorliggende voorstel eruit bestond dat een jaar extra levensverwachting zou worden vertaald in zes tot acht maanden later pensioen? Kwam deze garantie, van het loslaten van de koppeling, ook daadwerkelijk zwart op wit in het akkoord te staan? Welke rol zou dan de voorgestelde commissie, die hierover zou adviseren, hebben?

Vraag 3

Is het waar dat door deze koppeling, ingaande pas vanaf 2024, direct effect zou hebben op houdbaarheid? Zou dit dan daadwerkelijk «een plek op het strafbankje van de EU» opleveren?

Vraag 4

Klopt het dat de RVU-heffing in de laatste drie jaar voor uittreding gehalveerd zou worden en het laatste jaar voor uittreding een boete van nul zou gelden?

Vraag 5

Klopt het dat zzp’ers financieel ondersteund zouden gaan worden bij het opbouwen van een pensioen? Wat is de reden om dit alleen vrijwillig te doen en niet gewoonweg te verplichten? Zou de dekking van deze financiële ondersteuning, zoals VNO-NCW-voorzitter De Boer aangeeft, voor een deel gefinancierd worden uit bestaande werkgeverssubsidies? Waaruit zou de bekostiging nog verder bestaan?

Vraag 6

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat aanstaande dinsdag?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Rooijen (50PLUS), ingezonden 23 november 2018 (vraagnummer 2018Z22068).

Naar boven