Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over ernstige misstanden op paardenmarkt in Hedel (ingezonden 22 november 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de videobeelden van de ernstige misstanden op de paardenmarkt in Hedel op 5 november 2018, waarbij paarden op ruwe wijze werden behandeld, te weinig water en voer kregen, kort aangebonden stonden en zichtbaar open wonden, gecoupeerde staarten en misvormde of vergroeide hoeven hadden?1 2

Vraag 2

Deelt u de mening dat dit overtredingen betreft van de Wet dieren artikel 1.3 lid 3? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat paardenmarkten in hun huidige vorm overtredingen van de Wet dieren in de hand werken? Zo nee, hoe verklaart u dan de jarenlange aaneenschakeling van misstanden op paardenmarkten?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het optreden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die volgens berichtgeving aangeeft dat mogelijke overtredingen niet «tijdens de inspectie» gebeurd zijn?3

Vraag 4

Klopt het dat er twee paarden met de besmettelijke ziekte droes zijn aangekocht op de paardenmarkt in Hedel? Zo ja, hoe heeft het kunnen gebeuren dat deze paarden verhandeld zijn?

Vraag 5

Hoe garandeert de NVWA dat er geen zieke paarden verhandeld worden en in de vleesketen terecht komen, als er slechts steekproefsgewijs wordt gecontroleerd?

Vraag 6

Zijn de misstanden op de paardenmarkt in Hedel te wijten aan het «gebrek aan duidelijkheid» over een aantal juridische zaken, zoals «het stellen van eisen aan dierenwelzijn door een gemeente op een paardenmarkt en de toepasselijkheid van de Wet dieren»? Zo nee, waarom niet?4

Vraag 7

Deelt u de mening dat open normen in de Wet dieren en een vrijblijvend keurmerk van de Sectorraad Paarden zorgen voor onduidelijkheid bij toezichthoudende en handhavende instanties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Hoe kan het dat de gemeente Maasdriel als bevoegd gezag niet heeft opgetreden tegen bovengenoemde misstanden?

Vraag 9

Hoe wordt het «lokaal deskundig toezicht en handhaving» door gemeenten vormgegeven? Welke diensten zijn daarbij betrokken?5

Vraag 10

Deelt u de constatering van de Raad voor Dieraangelegenheden dat in de huidige praktijk het welzijn van paarden bestemd voor de (internationale) handel in het gedrang komt, aangezien de totale duur van het vervoer en verblijf op de markt de maximaal toegestane duur van 24 uur (Europese Transportverordening) in de regel overschreidt?6

Vraag 11

Deelt u de mening dat er strikter toezicht en handhaving nodig is, gelet op bovenstaande constatering van de Raad voor Dieraangelegenheden? Zo ja, hoe bent u van plan hier vorm aan te geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Waarom wordt nog altijd ingezet op zelfregulering door de sector, ondanks jaarlijkse berichtgeving over ernstige misstanden op paardenmarkten?

Vraag 13

Waarom wordt de specialistische zorg voor paarden en de definitie van paardenmishandeling niet wettelijk vastgelegd, zodat handhavers hierop kunnen acteren?

Vraag 14

Kunt u aangeven wat er op het gebied van dierenwelzijn en de controle en handhaving daarop is verbeterd op de paardenmarkt van Hedel, sinds het lid Ouwehand op 11 november 2010 daarover vragen stelde aan uw ambtsvoorganger?7

Vraag 15

Erkent u dat er sprake is van jarenlang gedogen van praktijken die het welzijn van paarden aantasten, wanneer acht jaar na constatering van eenzelfde soort misstanden op de paardenmarkt in Hedel en de daaropvolgende belofte van uw voorganger om de omstandigheden voor de dieren te verbeteren, dergelijke misstanden zich nog altijd op grote schaal voordoen?

Vraag 16

Deelt u de constatering van uw ambtsvoorganger dat het verbeteren van het welzijn van de dieren op paardenmarkten essentieel is voor het maatschappelijk draagvlak voor deze paardenmarkten?

Vraag 17

Welke gevolgen hebben deze voortdurende misstanden volgens u voor het maatschappelijk draagvlak voor paardenmarkten en welke consequenties verbindt u hieraan?


X Noot
4

Stand van zakenbrief paarden, Kamerstuk 28 286, nr. 989.

X Noot
5

Stand van zakenbrief paarden, Kamerstuk 28 286, nr. 989.

X Noot
6

Raad voor Dieraangelegenheden, Zienswijze Paardenmarkten in Nederland – Man en Paard noemen, 2 maart 2017, pagina 33.

X Noot
7

Antwoord (ontvangen 15 december 2010) op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over misstanden op de paardenmarkt in Hedel. Documentnummer 2010D51537.

Naar boven