Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de rapportage «Eindrapportage verdeling fonds tekortgemeenten» (ingezonden 8 november 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de rapportage van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) «Eindrapportage verdeling fonds tekortgemeenten»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de verdeling van de middelen van het fonds tekortgemeenten?

Vraag 3

Kunt u aangeven om welke brongegevens gevraagd is bij de aanvragen, en of de door de betreffende gemeenteraad vastgestelde begrotingen en jaarrekeningen daar onderdeel van waren? Hoe beoordeelt u de waarde van deze democratisch vastgestelde documenten in de beoordeling van de aanvragen?

Vraag 4

Klopt het dat een goedkeurende accountantsverklaring geen absolute vereiste was voor het toekennen van compensatie voor de gemelde tekorten? Zo ja, deelt u de mening dat een accountantsverklaring iets zegt over de financiële situatie en daarmee het beleid dat is gevoerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Klopt het dat geen inhoudelijke toets is uitgevoerd op het gevoerde beleid van de gemeente die een aanvraag heeft ingediend, omdat het gaat om een eenmalige toekenning? Zo ja, deelt u de mening dat ook een incidenteel fonds van 200 miljoen euro inhoudelijk moet worden getoetst? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u toelichten waarom is gekozen om tekorten boven het bedrag van 108,26 euro per inwoner voor 100% te compenseren en tekorten onder dit bedrag voor 50% of niet? Deelt u de mening dat een dergelijke staffel het aangaan van tekorten onder gemeenten aanmoedigt? Zo nee, hoe komt het gevoel van onredelijkheid bij gemeenten die tijdig hebben ingegrepen in hun jeugdbeleid op u over?

Vraag 7

Kunt u toelichten waarom de gemeenten Venlo en Leeuwarden een tekort van ongeveer 200 euro per inwoner hebben en daarom met twee van de 88 gemeenten die een aanvraag hebben ingediend, 20 miljoen euro, ongeveer 10% van het totale fonds gecompenseerd krijgen? Wat is anders in deze gemeenten dat de tekorten substantieel groter zijn dan bij naar inwonertal vergelijkbare gemeenten als Leiden, Westland, Emmen of Zoetermeer?

Vraag 8

Deelt u de mening van wethouders in het land dat deze regeling passief beleid of slecht gedrag beloont? Zo nee, hoe verantwoordt u dat deze regeling de moeilijke keuzes bestraft die niet gecompenseerde gemeenten hebben gemaakt om de financiën op orde te houden?

Vraag 9

Kunt u aangeven op welke wijze hij het proces en de toekenningen zou willen verbeteren, mocht een soortgelijke afspraak zich opnieuw voordoen?

Vraag 10

Kunt u deze vragen vóór het Wetgevingsoverleg Jeugd en aanverwante zaken op 12 november 2018 beantwoorden?

Naar boven