Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over samenwerking van Israël met antisemitische regeringen en leiders (ingezonden 9 oktober 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «The State of Israel vs. the Jewish people»?1

Vraag 2

Bent u ook verbijsterd over de bevinding, zoals uiteengezet in dat artikel, dat de Israëlische regering in toenemende mate samenwerkt met regeringen en leiders die zijn opgevallen door antisemitische uitlatingen, en/of die antisemitisme in eigen land gedogen of zelfs aanwakkeren?

Vraag 3

Deelt u de mening van de auteur van het betreffende artikel dat premier «Netanyahu’s enthousiaste steun voor autoritaire, antisemitische leiders» getuigt van een diepgaande verschuiving in Israël richting een staat die door de inbeslagname van land, schending van het internationaal recht en uitsluiting en discriminatie probeert uit te dijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent deze verschuiving voor de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Israël?

Vraag 4

Hoe verklaart u dat pro-Israël organisaties als het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), die van zichzelf menen een actieve rol op te eisen in de bestrijding van antisemitisme, geen bezwaar lijken te maken tegen de toenadering die premier Netanyahu zoekt tot regeringen en leiders die de verdenking van antisemitisme op zich hebben geladen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat dit gedrag getuigt van selectiviteit en politieke bijbedoelingen, aangezien dergelijke organisaties maar al te graag personen en politici die voor de rechten van de Palestijnen opkomen van antisemitisme betichten?

Vraag 6

Herinnert u zich het volgende kabinetsstandpunt: «Het kabinet blijft benadrukken dat het van belang is om onderscheid te blijven maken tussen stellingname ten aanzien van het beleid van de Israëlische regering en antisemitisme. Dit is staand beleid dat het kabinet uitdraagt, zowel nationaal als internationaal»?2 Wilt u een overzicht geven van de momenten en manieren waarop het kabinet dit standpunt en beleid sinds medio 2017 nationaal en internationaal heeft uitgedragen en bevorderd?

Vraag 7

Herinnert u zich het volgende kabinetsstandpunt: «De IHRA (International Holocaust Remembrance Alliance) werkdefinitie is een instrument van en voor de IHRA en leidt voor overheidsinstellingen niet tot een andere juridische weging van uitingen die het beleid van de Israëlische regering betreffen»?3 Is dit standpunt ongewijzigd? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

«The State of Israel vs. the Jewish people», Haaretz, 13 September 2018, https://www.haaretz.com/israel-news/.premium.MAGAZINE-the-state-of-israel-vs-the-jewish-people-1.6470108.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2523

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2679

Naar boven