Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de deal met Shell en Exxon (ingezonden 1 oktober 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de (openbare) technische briefing op woensdag 26 september 2018 die door uw departement werd verzorgd over de deal met Shell en Exxon?

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat ambtenaren stelden dat het een reële dreiging of mogelijkheid zou zijn dat Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in de toekomst niet meer aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen?

Vraag 3

Hoe verhoudt deze taxatie zich tot de uitgebreide verklaringen in de Kamer van met name de president-directeur van Shell tijdens de hoorzitting naar aanleiding van de intrekking van de zogenaamde 401-verklaring?

Vraag 4

Deelt u de mening dat Shell keer op keer, zowel in als buiten de Kamer, heeft verklaard garant te staan voor de NAM zodat de huidige en toekomstige schades, versterking en alle privaatrechtelijke verantwoordelijkheden nagekomen zouden worden?

Vraag 5

Hoe is het mogelijk dat tijdens de onderhandelingen over de deal dit aspect toch als serieuze mogelijkheid werd meegenomen door uw departement? Heeft dit risico op enigerlei wijze een rol gespeeld in de onderhandelingen?

Vraag 6

Wilt u ingaan op de berekeningen in de rubriek «Bartjens» in het Financiële Dagblad van 25 april 2018? Hoe verhoudt de geboden compensatie van enkele miljarden zich tot de inschatting van Bartjens op basis van de balans van Shell dat als er geen druppel gas meer werd gewonnen slechts 1,4 miljard afgeboekt hoefde te worden?

Vraag 7

Hoe verhoudt zich dat ertoe dat de winning nog tot 2030 doorgaat, de operationele kosten daarvan nog afgetrokken moeten worden en de netto betaling van Shell en Exxon aan het toekomstfonds geen 500 miljoen euro maar slechts 135 miljoen euro bedraagt?

Vraag 8

Bent u inmiddels ook tot het inzicht gekomen dat u deze deal beter nooit had kunnen sluiten?

Naar boven