Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden voor de uitstoot van de Isla-raffinaderij (ingezonden 23 augustus 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht dat uit een juridisch onderzoek van de Vrije Universiteit van Amsterdam blijkt dat het Koninkrijk der Nederlanden verantwoordelijk kan worden gesteld voor de mensenrechtenschendingen op Curaçao, veroorzaakt door de uitstoot van de Isla-raffinaderij?1 En kent u de uitkomsten van de Nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017, waaruit blijkt dat de uitstoot en de door Curaçaose burgers, en dan met name degenen met een kwetsbare sociaaleconomische positie, ervaren overlast van de Isla-raffinaderij sinds 2013 alleen maar is toegenomen?2

Vraag 2

Wat vindt u van de stelling dat Nederland voldoende gronden heeft om in dit geval te interveniëren om de voor deze raffinaderij geldende milieunormen te handhaven? Deelt u de mening dat de bewoners tot nu toe weinig hebben gemerkt van een serieuze poging om hun recht op een schone leefomgeving te operationaliseren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de conclusie van het onderzoek dat het Koninkrijk een pro-actieve houding inzake de Isla-raffinaderij moet aannemen, nu Curaçao zélf niet wil of kan optreden tegen de door de uitstoot veroorzaakte mensenrechtenschendingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt u zich voor om, in samenwerking met de autoriteiten van Curaçao en/of in Koninkrijksverband, deze mensenrechtenschendingen zo snel mogelijk te beëindigen?

Vraag 4

Wat is de actuele stand van zaken rond het voortbestaan van de Isla-raffinaderij? Deelt u de mening dat in het vooruitzicht dat het huidige huurcontract binnen afzienbare termijn afloopt zo snel mogelijk moet worden ingezet op duurzame alternatieven, waarbinnen voor de Isla-raffinaderij geen plaats is? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

«Koninkrijk aansprakelijk», Antilliaans Dagblad, 12 augustus 2018.

Naar boven