Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over de klokkenluidersbrief van Roelie Post (ingezonden 30 juli 2018).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in de antwoorden op eerdere kamervragen over Roelie Post antwoordde: «In 2012 heeft de Commissie nieuwe Guidelines voor klokkenluiden gepubliceerd (SEC 2012 679 final2) met als doel om de effectieve toepassing van de eigen regels met betrekking tot het melden van misstanden en de bescherming van melders/klokkenluiders te verbeteren en te versterken. Hierin onderschrijft de Europese Commissie het belang van een duidelijke procedure en bescherming voor klokkenluiders. Deze Guidelines benoemen de noodzaak «to ensure that members of staff who report serious wrongdoings or concerns in good faith are afforded the utmost confidentiality and greatest degree of protection against any retaliation as a result of their whistleblowing». De Guidelines noemen verschillende interne en externe kanalen (waaronder de Europese Ombudsman) voor werknemers die vermoedens van misstanden kenbaar willen maken en gaan in op verschillende beschermende maatregelen»?1

Vraag 2

Herinnert u zich dat u ook antwoordde: «het kabinet heeft kennisgenomen van de uitzending [van Argos over Roelie Post], het kabinet was niet bekend met alle aspecten die in de uitzending aan de orde kwamen»?

Vraag 3

Van welke aspecten in de uitzending was het kabinet nog niet op de hoogte?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de door mevrouw Post bestreden kinderhandel?

Vraag 5

Bent u op de hoogte van de twee eerste bullets in Guidelines voor klokkenluiden van de commissie die u zelf aanhaalt, waarin staat:

  • Members of staff have a duty to report serious irregularities.

  • For this purpose, members of staff must have a choice between a number of reporting channels for whistleblowing. The principal channel is the normal chain of hierarchical command. If staff consider it to be safer to bypass the normal chain of hierarchical command, they must be able to do so. Under certain conditions, staff may address their concerns to another EU institution as an option of last resort?

Vraag 6

Deelt u de mening dat die andere EU-instellingen bijvoorbeeld het Europees parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese ombudsman kunnen zijn?

Vraag 7

Heeft de Minister-President op of vlak na 12 februari 2016 een brief van 88 kantjes ontvangen van Roelie Post, gericht aan Marin Schultz (toen voorzitter van het Europees parlement), die begint met «Dear President Schulz, Hereby I address myself to you as whistleblower, with the request for support and protection»?

Vraag 8

Heeft u in deze brief gelezen dat deze gericht was in de cc aan «Dutch Presidency: Prime Minister Mr. Mark Rutte»?

Vraag 9

Erkent u dus dat mevrouw Roelie Post precies de regels voor klokkenluiders volgde in 2016 door een brief te schrijven aan de Minister-President, omdat Nederland toen voorzitter was van de Raad van de Europese Unie?

Vraag 10

Heeft u de brief destijds gelezen? Zo ja, wanneer?

Vraag 11

Welke acties heeft u ondernomen naar aanleiding van deze brief? Kunt u hierin heel precies zijn op welke data u welke acties ondernomen heeft?

Vraag 12

Welke acties gaat u nog ondernemen in deze zaak?

Vraag 13

Wilt u deze zaak onder de aandacht brengen van de eerste vicevoorzitter van de commissie Frans Timmermans, die in april nieuwe regels voor klokkenluiders presenteerde met de woorden: «Klokkenluiders moeten niet meer worden bestraft, maar verdienen bescherming»? Wilt u aangeven wat zijn reactie is?

Vraag 14

Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden, aangezien Roelie Post nu door de Europese Commissie ontslagen wordt?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2524

Naar boven