Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de tekorten aan wijkverpleegkundigen in de zomer (ingezonden 26 juli 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Wijkzorg zet kantoorpersoneel in tegen gaten zomerroosters»1?

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat een op de drie wijkverplegingsorganisaties met tekorten kampt deze zomerperiode? Wat vindt u hiervan?

Vraag 3

Heeft u deze tekorten onderschat ondanks de, vooraf in onder meer de media en debatten, aangehaalde signalen? Zo ja, wat had u kunnen doen om deze situatie te voorkomen? Zo nee, hoe heeft deze situatie alsnog kunnen ontstaan?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat alle cliënten die zorg zouden moeten ontvangen, deze zomer alsnog door bevoegde medewerkers verleende zorg ontvangen? Hoe verhoudt zich dit tot het, volgens het artikel, nog altijd openstaande aantal zorgvacatures van 277 fte?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat kantoorpersoneel, dat wordt ingezet gedurende de zomerperiode om tekorten op te vangen, geen zorgtaken gaat verlenen waar zij niet voor is opgeleid? Op welke wijze wordt hierop toegezien?

Vraag 6

Wat gaat u doen om het aantal mensen dat wil werken in de wijkverpleging te vergroten, zodat gedurende het hele jaar, maar zeker gedurende prangende hete zomerperiodes, er voldoende gekwalificeerde zorgverleners zijn?

Vraag 7

Wanneer wilt u inzichtelijk hebben of aangekondigde acties daadwerkelijk het tekort afdoende terugdringen? Bent u, indien het tekort blijft bestaan, bereid alternatieve maatregelen en/of extra financiële middelen in te zetten?

Naar boven