Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over zijn uitspraken tijdens de bijeenkomst met Nederlandse werknemers van internationale organisaties, bedrijven en ambtenaren op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (ingezonden 20 juli 2018).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat u in uw brief aan de Tweede Kamer van 18 juli jl. schrijft de aanstoot te betreuren die u heeft gegeven door de uitspraken? Klopt het dat u slechts de ophef betreurt en niet de bewoordingen?1

Vraag 2

Staat u nog altijd achter de inhoud van uw uitspraken, los van of u tevreden bent met de maatvoering van uw bewoordingen en de effecten van uw bewoordingen?

Vraag 3

Zijn er uitspraken waar u niet achter staat? Vindt u bijvoorbeeld echt dat «waarschijnlijk ergens diep in onze genen we een overzichtelijke groep willen hebben om mee te jagen of om een dorpje te onderhouden. En dat we niet goed in staat zijn om een binding aan te gaan met ons onbekende mensen»? Zo ja, over welke uitspraken gaat het dan concreet en bent u ook bereid deze onverkort terug te nemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het op deze manier onderscheid maken tussen verschillende groepen in de samenleving slecht is voor Nederland en op geen enkele manier door de beugel kan?

Vraag 5

Heeft u in andere, al dan niet besloten, (inter)nationale gremia soortgelijke uitspraken gedaan? Zo ja, op welke momenten?

Vraag 6

Kunt u de vraag die u bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebt uitgezet over vreedzame multiculturele samenlevingen met de Kamer delen? Kunt u eveneens het antwoord met de Kamer delen?

Vraag 7

Zijn er contacten geweest met vertegenwoordigers van regeringen van andere landen over uw uitspraken? Zo ja, met welke vertegenwoordigers en waar bestonden deze contacten uit?

Vraag 8

Kunt u zich voorstellen dat landen als Singapore, Suriname, Tsjechië en Polen schrikken van uw uitspraken? Wat gaat u doen om de schade als gevolg van uw uitspraken te beperken?

Vraag 9

Wat zou u ervan vinden als buitenlandse bewindspersonen vergelijkbare teksten over Nederland hadden geuit? Had u dan verzocht om rectificatie?

Vraag 10

Kunt u bevestigen dat u in uw brief van 18 juli jl. aan de Kamer schrijft dat u zich in blijft zetten om tot een solidair asielbeleid te komen, waarbij lidstaten elkaar onderling steunen? Welke invloed denkt u dat uw uitspraken hebben op dat streven?2

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het Ploumen (PvdA), ingezonden 19 juli 2018 (vraagnummer 2018Z14252).


X Noot
1

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 18 juli 2018 (Uitspraken tijdens de besloten bijeenkomst Touch Dutch Base 2018, 2018Z14238).

X Noot
2

Idem.

Naar boven