Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de arbeidsomstandigheden bij Arduin in Zeeland (ingezonden 27 juni 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Als het je niet bevalt, kun je gaan, zwartboek over werkdruk bij Arduin»?1

Vraag 2

Waren de hoge werkdruk en personeelstekorten bij Arduin reeds bekend bij uw ministerie dan wel de inspectie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie is daarop ondernomen?

Vraag 3

Deelt u de opvatting van de directeur van Arduin dat de klachten rondom werkdruk, die vakbond FNV gedurende een jaar verzamelde, (nagenoeg) allemaal voortvloeien uit het veranderingsproces dat momenteel bij de organisatie plaatsvindt? Zo ja, bent u dan van mening dat een proces dat leidt tot een ongezonde situatie voor medewerkers en (mogelijk) cliënten voldoende zorgvuldig is vormgegeven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de reactie van de directeur van Arduin op het ziekteverzuim van meer dan 7 procent, waarin hij een en ander feitelijk afdoet als iets dat «vaker voorkomt in de sector»? Deelt u de opvatting dat dit nooit een excuus mag zijn om laconiek te doen over ziekteverzuim? Wat zijn volgens u de oorzaken voor een dergelijk hoog ziekteverzuim in de sector?

Vraag 5

Heeft u meerdere signalen ontvangen vanuit de geestelijke gezondheidszorgsector dat de combinatie van een te hoge werkdruk en personeelstekorten leidt tot onverantwoorde situaties voor medewerkers?

Vraag 6

In hoeverre ziet u werkdruk en personeelstekorten in de geestelijke gezondheidssector als een directe bedreiging voor de kwaliteit van zorg voor cliënten? Zijn u daar inmiddels (andere) voorbeelden van bekend?

Naar boven