Vragen van de leden Rog en Slootweg (beiden CDA) aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap over een weeffout in de wet aangaande de financiering van het passend
onderwijs (ingezonden 6 juni 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de Gesloten Jeugdzorg Instelling (GJI) in Deelen (gemeente Ede)?
Vraag 2
Is het waar dat de meeste jongeren die daar verblijven, niet uit de gemeente Ede afkomstig
zijn?
Vraag 3
Is het waar dat de jongeren na een verblijf in de GJI Deelen vaak hetzij terecht komen
in een open residentiële setting, hetzij direct uitstromen naar speciaal onderwijs?
Vraag 4
Is het waar dat Deelen voor deze jongeren als woonplaats wordt gezien, omdat ze geplaatst
zijn in de GJI Deelen (gemeente Ede)?
Vraag 5
Is het waar dat het woonplaatsbeginsel met zich meebrengt dat het Samenwerkingsverband
VO Gelderse Vallei (Ede, Wageningen en Rhenen) financieel verantwoordelijk is voor
jongeren die geplaatst zijn in de GJI Deelen en die uitstromen naar een open residentiële
setting of speciaal onderwijs (VSO-school) gaan volgen?
Vraag 6
Is het waar dat verreweg de meeste jongeren uit de GJI Deelen uitstromen naar een
open residentiële setting of direct naar het speciaal onderwijs?
Vraag 7
Klopt het daarmee dat het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei extreem hoge kosten
heeft voor de uitstroom naar de open residentiële setting en het speciaal onderwijs,
in vergelijking met andere samenwerkingsverbanden in Nederland?
Vraag 8
Bestaat er een overzicht van de kosten voor het speciaal onderwijs die de verschillende
samenwerkingsverbanden passend onderwijs in Nederland maken vanaf 2015? Zo ja, zouden
we dit overzicht mogen ontvangen?
Vraag 9
Klopt het dat de problematiek van extreem hoge kosten voor het Samenwerkingsverband
VO Gelderse Vallei, doordat het financieel verantwoordelijk is voor de uitstroom van
geplaatsten in de GJI Deelen, eerder is erkend door het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap?
Vraag 10
Klopt het dat de verwachting was dat wanneer de Variawet zou zijn aangepast, dit de
oplossing zou zijn voor bovenstaande beschreven problematiek (de zogenaamde «weeffout»)?
Vraag 11
Klopt het dat men ervan uitging dat, door 1 oktober als uitgangspunt te nemen in de
toewijzing van residentiële leerlingen, de problemen voor het Samenwerkingsverband
VO Gelderse Vallei zouden zijn opgelost?
Vraag 12
Klopt het echter dat, wanneer de leerling op 1 oktober voorafgaand aan de open inschrijving
was opgenomen in een gesloten residentiële instelling zoals GJI Deelen, Deelen nog
steeds als woonplaats gold voor de leerling?
Vraag 13
Is het waar dat een inspecteur van het onderwijs op 3 november 2017 in een schrijven
aan het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei, de conclusie heeft getrokken dat
met de aanpassing van de Variawet het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei onvoldoende
geholpen is als oplossing van bovenstaande problematiek?
Vraag 14
Is het waar dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op basis van
onderzoeken van de Inspectie bij meer samenwerkingsverbanden, begin 2018 een beslissing
neemt of en zo ja, welke, wijzigingen nodig zijn in het beleid voor de toerekening
van residentiële leerlingen aan samenwerkingsverbanden, waarbij de problematiek bij
het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei wordt opgelost?
Vraag 15
Bent u van zins wijzigingen aan te brengen in het beleid voor de toerekening van residentiële
leerlingen en zo ja welke? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het notaoverleg over passend onderwijs
op 2 juli 2018?