Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport «Vluchtelingen en Werk. Een nieuwe tussenbalans» van de Sociaal Economische Raad» (ingezonden 5 juni 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport van de Sociaal Economische Raad (SER), «Vluchtelingen en Werk. Een nieuwe tussenbalans»?1

Vraag 2

Deelt u de zorg dat niet meer dan elf procent van de volwassen asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kreeg, tweeënhalf jaar later als werknemer of zelfstandige betaald werk heeft?

Vraag 3

Hoe zorgt u ervoor dat kleinschalige, succesvolle initiatieven breder worden uitgerold zoals de SER adviseert?

Vraag 4

Hoe zorgt u dat de continuïteit van de initiatieven zekerder wordt?

Vraag 5

Wat zijn de effecten van de maatregelen die het kabinet de afgelopen jaren heeft genomen ten behoeve van een meer soepele instroom van statushouders in het beroeps- en hoger onderwijs?

Vraag 6

Wat is de stand van zaken van de acties die u in maart 2018 heeft aangekondigd:2

  • inrichten van een doorgaande lijn vanuit asielzoekerscentra naar gemeenten zodat de focus ligt op het leren van de Nederlandse taal vanaf dag één en het verkrijgen van betaald werk;

  • ontwikkelen van een instrument waarmee op een vroeg moment bijvoorbeeld leerbaarheid, taalniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, competenties, werkervaring en opleidingen in beeld worden gebracht;

  • inzetten op duale trajecten waarbij in dit geval niet alleen leren en werken gecombineerd worden maar ook een goede samenloop van werk en taal/inburgering mogelijk wordt;

  • oplossen van knelpunten in de wet- en regelgeving die participatie vanaf dag één in de weg zitten?

Vraag 7

Welke aanvullende acties gaat u nemen naar aanleiding van de conclusies van de SER?

Vraag 8

Gezien de urgentie en conclusies van de SER, kan u de Kamer eerder dan het vierde kwartaal van 2018 informeren over de voortgang en stand van zaken van de experimenten om statushouders aan werk te helpen?3

Naar boven