Vragen van de leden Van den Berg en Van Toorenburg (beide CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Justitie en Veiligheid over het voorkomen van wangiri-fraude (ingezonden 25 mei 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Dit weekend gebeld door een +53-nummer? Je was niet de enige»?1

Vraag 2

Zijn er cijfers bekend hoe vaak en in welke omvang deze vorm van wangiri-fraude voorkomt in Nederland?

Vraag 3

Hoe komen deze fraudeurs aan Nederlandse telefoonnummers, in dit geval van klanten van Tele2?

Vraag 4

Klopt het dat als iemand een Nederlands informatie- of servicenummer belt, de aanbieder verplicht is de kosten hiervan vooraf duidelijk te vermelden?

Vraag 5

Wat zijn de regels van tariefvermelding bij het bellen naar buitenlandse informatie- en servicenummers? Indien deze er niet zijn, wat is hiervan de reden en wat vindt u hiervan?

Vraag 6

Hebben telecomproviders de mogelijkheid om informatie- en servicenummers met een extreem hoog (start)tarief (tijdelijk) te blokkeren, omdat de kans op fraude hierbij hoog is?

Vraag 7

Hebben consumenten de optie buitenlandse informatie- en servicenummers te laten blokkeren of aan de telecomprovider een maximumtarief aan te geven, waarna je als consument beschermd wilt zijn?

Vraag 8

Welke rol zouden telecomproviders volgens u kunnen spelen bij het oplossen van het probleem? Bent u bereid in gesprek te treden met telecomproviders om over mogelijke oplossingsrichtingen te praten en de Kamer hierover te informeren?

Vraag 9

Wat zou volgens u gedaan kunnen worden om wangiri-fraude te voorkomen?

Vraag 10

Wat wordt er nationaal en internationaal gedaan om fraudeurs van wangiri-fraude op te sporen? Op welke manier werken landen hierbij samen en wat zijn hierbij de resultaten tot nu toe?

Naar boven