Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het verkopen van tv-series aan video-on-demandbedrijven door de publieke omroep (ingezonden 4 mei 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Publieke omroep verkoopt tv-series aan streaming-diensten»?1

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de experimenten inhouden waarbij de NPO tv-series en documentaires gaat aanbieden aan video-on-demandbedrijven?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke overeenkomsten met KPN, Videoland en Netflix zijn gesloten en of nog meer overeenkomsten gaan volgen?

Vraag 4

Welke mogelijkheden ziet u in het licht van het dienstbaarheidsverbod, zoals opgenomen in artikel 2.141 van de Mediawet 2008?

Vraag 5

Wat is de reden dat wordt gestart met deze experimenten, waarbij ervan wordt afgeweken om alle programma's exclusief op de eigen platforms aan te bieden?

Vraag 6

Welke gevolgen verwacht u dat deze ontwikkeling heeft voor de eigen platforms van de NPO en de platforms van de Nederlandse commerciële zenders?

Vraag 7

Kunt u aangeven of welke manier u betrokken bent bij deze ontwikkeling en wat u van deze ontwikkeling vindt?

Vraag 8

Hebben de experimenten een relatie met het Europese concept-wetvoorstel waarbij minstens 30% van het videoaanbod van bijvoorbeeld Netflix en Amazon Prime moet bestaan uit Europese series of films? Zo ja, welke?

Vraag 9

Klopt het dat BNNVARA niet alleen exclusieve series voor zichzelf wil gaan produceren, maar ook voor diensten als Netflix en Amazon Prime? Zo ja, wat vindt u hiervan?2

Naar boven