Vragen van de leden Jetten (D66) en Özütok (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verzoek van Friesland en Zeeland aan jongeren stemrecht vanaf 16 jaar te gunnen (ingezonden 1 mei 2018).

Vraag 1

Heeft het verzoek van de provincies Friesland en Zeeland om bij de Statenverkiezingen in 2019 een proef te houden met verlaging van de stemrechtigde leeftijd naar zestien jaar, zoals aangekondigd in onder andere de Leeuwarder Courant, u ondertussen bereikt?1

Vraag 2

Bent u voornemens positief te reageren op het verzoek van de beide provincies? Zo ja, op welke termijn acht u een proef haalbaar? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Welke grondwettelijke ruimte bestaat er om voor de verschillende soorten verkiezingen een lagere actief en passief kiesgerechtigde leeftijd dan achttien jaar te hanteren, al dan niet via een experiment?

Vraag 4

Welke (contra-)criteria bepalen volgens u vanaf welke leeftijd een persoon kiesgerechtigd moet zijn?

Vraag 5

In welke mate vindt u de invulling van die, en mogelijke andere criteria, die gebruikt zijn bij de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van achttien jaar nog actueel? In welke mate geven maatschappelijk veranderingen aanleiding tot een herweging?

Vraag 6

In welke landen (en deelstaten van landen met een federaal staatsbestel) is de kiesgerechtigde leeftijd al naar zestien jaar verlaagd?

Vraag 7

Kent u onderzoeken in die landen naar de veronderstelde positieve gevolgen van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd voor de betrokkenheid van jongeren bij het politieke proces, zowel op korte als langere termijn? Zo ja, kunt u deze met de beantwoording meesturen?

Naar boven