Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat de versoberde detentieomgeving een succesvolle resocialisatie in de weg staat (ingezonden 13 april 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Nederlands Juristenblad: «De Nederlandse detentieomgeving en het resocialisatiebeginsel»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de conclusies uit de wetenschappelijke onderzoeken, zoals die in het artikel worden aangehaald, die aantonen dat sobere detentieomgevingen belangrijke hersenfuncties van gedetineerden zou kunnen verminderen? Wat is uw reactie op de constatering dat het huidige sobere beleid leidt tot inactieve gedetineerden zowel op lichamelijk als geestelijk gebied die daardoor naar verloop van tijd meer antisociaal gedrag gaan vertonen waardoor de kans op recidive toeneemt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat resocialisatie een belangrijk uitgangspunt is bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties in een strafrechtelijk kader? Zo ja, waarom acht u het dan verstandig alleen een beperkte groep gedetineerden, namelijk die in het zogenoemde plusprogramma zitten, te laten werken aan hun resocialisatie?

Vraag 4

Bent u bereid aanvullend onderzoek te laten doen teneinde er achter te komen in hoeverre de verschraling van het dagprogramma voor gedetineerden bijdraagt aan een moeilijkere resocialisatie en verhoogd recidivegevaar? Zo ja, wanneer kan de Kamer dit onderzoek verwachten? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Nederlands Juristenblad. 6 april 2018, afl. 14. «De Nederlandse detentieomgeving en het resocialisatiebeginsel»,

Naar boven