Kamervragen zonder Antwoord
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vraag | Datum indiening |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 2018Z06268 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vraag | Datum indiening |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 2018Z06268 |
Heeft u kennisgenomen van het feit dat verzekeraars in de Europese Unie (EU) bij beleggingsproducten bizar hoge voorbeeldrendementen presenteren, zoals 6% nettorendementen in een ongunstig scenario, 11% in een gemiddeld scenario en 16% in een gunstig scenario (naast de -3% in een stressscenario) over een periode van twintig jaar?1
Kunt u historische voorbeelden geven waarbij nettorendementen over een periode van twintig jaar gemiddeld daadwerkelijk 16% geweest zijn, hetzij in Nederland, hetzij in enig ander lid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-land)?
Wat is het hoogste percentage dat u heeft kunt vinden over een twintigjarige periode in een OESO-land aan nettorendement op pensioenfondsen, beleggingsverzekeringen of beleggingsfondsen?
Kunt u aangeven hoeveel een jaarlijkse inleg van 1.000 euro oplevert bij rendementen van 2%, 4% (dat altijd op de oude overzichten stond), 6%, 11% en 16%?
Merkt u op dat voor sommige pensioenproducten nu ook prognoserendementen gelden van 5–11%?2
Hoe vindt u dat deze prognoserendementen zich verhouden tot de rekenrente van pensioenfondsen waartegen zij hun verplichtingen contant dienen te maken?
Deelt u de mening dat het buitengewoon onverstandig is indien mensen hun financiële toekomst baseren op dit soort voorbeeldpercentages?
Welke lessen hebben de Nederlandse en de Europese overheid getrokken uit het woekerpolisdrama met veel, maar dan ook veel te hoog voorgespiegelde rendementen?
Deelt u de mening dat het buitengewoon onwenselijk is dit soort percentages voor te spiegelen?
Welke input heeft Nederland geleverd bij de vaststelling van Gedelegeerde verordening 2017/653, waarin is vastgelegd dat beleggingsinstellingen moeten uitgaan van de rendementen van de afgelopen vijf jaar die historisch gezien zeer hoog zijn?
Op welke wijze had het Nederlandse parlement invloed kunnen uitoefenen op de bizar uitpakkende rekenregels van deze gedelegeerde verordening?
Wanneer is de Kamer geïnformeerd over het feit dat er nieuwe overzichten zouden komen op basis van deze rendementsprognoses?
Deelt u de opvatting van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de verzekeraars en van anderen dat het onwenselijk is om dit soort hoge voorbeeldrendementen te noemen?
Welke straf zou Nederland van de Europese Commissie krijgen indien zij in wetgeving actief zou afwijken van deze gedelegeerde verordening en de percentages zou baseren op de afgelopen twintig jaar?
Is de reguliere review van de verordening die voor 2018 gepland staat een mogelijkheid om de gedelegeerde verordening aan te passen? Zo ja, kunt u dan nog bijtijds in actie komen om het in deze review mee te laten nemen?
Gezien levensverzekeraars in offertes en in de jaarlijkse waarde-opgaven voor nieuw te verkopen Packaged retail investment and insurance products (PRIIPs) ook gebruik moeten maken van de rekenregels uit de Gedelegeerde verordening omdat deze geadopteerd zijn in de nationale wetgeving (vooral artikelen 52 en 73 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo) en artikelen 2:4 en 3:9 van de Nadere Regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen NRgfo), is het juridisch mogelijk om ervoor te zorgen dat – vooral indien de Europese Commissie niet snel genoeg met een oplossing komt – voor Nederland een alternatieve oplossing komt voor offertes en jaarlijkse waarde-opgaven, waarbij de voorbeeldrendementen fors lager en fors realistisch zijn?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z06268.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.