Vragen van het lid Leijten (SP) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat
en van Buitenlande Zaken over ernstige gevolgen van de notificatierichtlijn (ingezonden
27 maart 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de stand van zaken bij lopende onderhandelingen tussen het Europees
parlement en de Europese Raad over de herziening van de notificatierichtlijn?1
Vraag 2
Staat u nog steeds achter de zorgpunten, zoals de vertraging van het wetgevingsproces
door de «standstill clausule» en dat het voorstel onvoldoende rekening houdt met de
impact op lidstaten, zoals geformuleerd in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2314)?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het vooraf melden van nieuwe voorstellen die aan het dienstenverkeer
raken, nog voordat gekozen volksvertegenwoordigers dit kunnen behandelen, een ondermijning
is van het democratisch proces? Zo nee, kunt u dat onderbouwen? Zo ja, wat gaat u
daar voor actie op ondernemen?
Vraag 4
Erkent u dat de wachttijd tussen de melding aan de Europese Commissie en het behandelen
van het voorstel door de bevoegde volksvertegenwoordiger (de «standstill clause»)
een ernstige inbreuk is op het democratisch proces? Deelt u de mening dat lokaal beleid
wordt lamgelegd? Welke stappen bent u bereid te ondernemen om dit te voorkomen?
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom u geen problemen ziet met het proportionaliteitsbeginsel,
met het oog op de enorme bureaucratische last voor zowel de Europese Commissie als
gemeentelijke ambtenaren die deze meldingsplicht met zich mee gaat brengen?
Vraag 6
Is bekend hoeveel lokale, provinciale en nationale overheden met bevoegdheden betreffende
dit deel van de interne markt, straks melding moeten maken bij de Europese Commissie?
Erkent u dat dit er voor Nederland al geldt voor 380 gemeenten, 12 provincies en vele
ministeries?
Vraag 7
Is er een inschatting gemaakt van de kosten voor de Europese Commissie om alle meldingen
(«notificaties») die gedaan worden door de overheden uit alle lidstaten te behandelen?
Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken voordat deze richtlijn wordt ingevoerd?
Vraag 8
Onderschrijft u de opinies van het Franse Nationaal Assemblee2 en de Duitse Bundestag3 die stellen dat deze richtlijn in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel en de
bevoegdheden van de lidstaten? Zo nee, kunt u onderbouwen waarom? Zo ja, welke stappen
bent u bereidt met uw Franse en Duitse collega’s te nemen om dit aan te pakken?
Vraag 9
Kunt u garanderen dat de Europese Commissie voldoende kennis heeft van de lokale situatie,
waar het voorgenomen beleid uit voortkomt, meeneemt in haar beoordeling? Zo nee, welke
stappen gaat u ondernemen om dit te bewerkstelligen?
Vraag 10
Kunt u uitleggen hoe de Europese Commissie gemeentebesluiten gaat beoordelen die genomen
worden om bijvoorbeeld de leefbaarheid van de plaats te garanderen, terwijl zij tegelijkertijd
rekening moet houden met de verschillen tussen een gemeentebesluit van een Bulgaars
dorp en een besluit van de stad Amsterdam? Deelt u de mening dit een onmogelijke opgave
is voor een ambtenaar in Brussel en een «one-size fits all»-beoordeling in de hand
gaat werken? Zo nee, kunt u dit onderbouwen?
Vraag 11
Kunt u een aantal voorbeelden geven van besluiten die recentelijk genomen zijn die
allemaal onder «het dienstenverkeer» vallen en waarvoor onder deze richtlijn eerst
een akkoord uit Brussel moet komen? Moeten gemeenten toestemming gaan vragen voor
bijvoorbeeld nieuwe regels omtrent veiligheid van bouwplaatsen, vergunningstelsels
voor bed en breakfasts of een nieuwe bestemming voor een oude kerk?
Vraag 12
Bent u bereid om afstand te nemen van deze richtlijn omdat deze niets toevoegt aan
een eerlijke interne markt en integendeel zal leiden tot ondermijning van democratische
processen, bureaucratie en een zogenoemd «one size, fits all»-benadering vanuit de
Europese Commissie op lokale en regionale kwesties? Zo nee, kunt u dat onderbouwen?