Vragen van het lid Van Oosten (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Aanhoudingsverzoeken, wraking, neerleggen verdediging – recht op een eerlijk proces versus misbruik van procesrecht» (ingezonden 26 maart 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Aanhoudingsverzoeken, wraking, neerleggen verdediging – recht op een eerlijk proces versus misbruik van procesrecht»?1

Vraag 2

Klopt het dat het aantal wrakingsverzoeken in strafzaken de laatste tijd toeneemt? Kunt u cijfers geven van het aantal wrakingsverzoeken van de afgelopen jaren?

Vraag 3

Klopt het dat advocaten van verdachten vaker de verdediging neerleggen? Kunt u cijfers geven hoe vaak dit is gebeurd de afgelopen jaren? Hoe vaak vindt dit plaats nadat een wrakingsverzoek ongegrond is verklaard? Valt in algemene zin iets te zeggen over de reden waarom de verdediging wordt neergelegd?

Vraag 4

Is het voorgekomen dat de vertraging van het strafproces, door een wrakingsverzoek en/of het neerleggen van de verdediging, zo ver oploopt dat de verdachte op vrije voeten komt? Zo ja, hoe vaak is dit de afgelopen jaren gebeurd?

Vraag 5

Hoe zou de rechtbank met lichtzinnige wrakingsverzoeken om kunnen gaan? Is het mogelijk dat de rechtbank deze naast zich neerlegt? Hoe kan vertraging in het strafproces worden voorkomen?

Vraag 6

Bent u van mening dat er een regeling moet komen in het strafrecht over misbruik van procesrecht, om ongewenste vertragingstactieken tegen te gaan? Zo nee, welke wettelijke regelingen zijn hierop dan al van toepassing?

Vraag 7

Bent u bereid bovenstaande problematiek mee te nemen in de modernisering van het Wetboek van Strafvordering? Zo nee, waarom niet?

Naar boven