Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de positie van woongroepen voor ouderen (ingezonden 9 februari 2018).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u in algemene zin de functie van seniorenwoongroepen, waarbij deze als woongroep meerdere wooneenheden kunnen omvatten, met een gemeenschappelijke, onderlinge sociale inzet voor bewoners?

Vraag 2

Deelt u de mening dat dergelijke particuliere woongroepen, die soms hun wooneenheden huren en combineren tot woongroep via een woningcorporatie – zoals bij woningstichting De Key voor de seniorenwoongroep Ouderen Non Solus in Amsterdam – een belangrijke sociale functie hebben?

Vraag 3

Deelt u de mening dat dergelijke woongroepen van dusdanig maatschappelijk en sociaal belang zijn voor de vaak oudere bewonersgroepen, dat daarom verkoop van dergelijke panden door een woningcorporatie niet ten koste mag gaan van het voortbestaan van een seniorenwoongroep? Zo ja, wat betekent dat concreet voor uw beleid op dat terrein richting woningcorporaties? Zo, nee waarom niet?

Vraag 4

In welke mate kan een woningcorporatie of een nieuwe eigenaar het gebruikslabel, zoals het label seniorenwoning, voor een woning of een complex wijzigen voor of na een verkoop ervan?

Vraag 5

Bent u bereid om woningcorporaties, die dergelijke seniorenwoongroepen als huurder en gebruiker hebben, erop te wijzen dat zij de stabiliteit en het voortbestaan van deze seniorenwoningen en -groepen dienen te waarborgen, ook bij verkoop van dit bezit?

Naar boven