Vragen van het lid Ronnes (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het onder verscherpt toezicht plaatsen van Woonstichting Vooruitgang uit Sassenheim
(ingezonden 16 januari 2018).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de Sassenheimse Woonstichting Vooruitgang in de gemeente Teylingen
recent onder verscherpt toezicht is geplaatst?1
Vraag 2
Kunt u tevens bevestigen dat het bij de stichting al een half jaar hommeles is en
dat de Autoriteit Woningcorporaties afgelopen zomer al constateerde dat de governance
van de woonstichting tekortkomingen vertoonde?
Vraag 3
Welke tekortkomingen vertoont de governance van de woonstichting precies, welke oorzaken
liggen daaraan ten grondslag en moet vastgesteld worden dat de directeur-bestuurder
van de woonstichting, in strijd met de statuten van de stichting, de Governancecode
voor woningcorporaties niet heeft nageleefd?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de Autoriteit Woningcorporaties (de Autoriteit) medio 2017 al
een interventie bij de woonstichting Vooruitgang heeft gepleegd? Wat was de aanleiding
voor deze interventie en waaruit bestond deze?
Vraag 5
Welke redenen liggen ten grondslag aan het opstappen van de complete raad van commissarissen
van de woonstichting Vooruitgang?
Vraag 6
Is het waar dat de Autoriteit vindt dat met het opstappen van alle leden van de raad
van commissarissen de problemen eerder verergerd zijn? Deelt u die visie?
Vraag 7
Is het u bekend welke verergerde problemen de Autoriteit hierbij op het oog heeft
en wat de overwegingen van de Autoriteit zijn om de woonstichting nu onder verscherpt
toezicht te plaatsen?
Vraag 8
Waarop is het verschil van mening tussen de directeur-bestuurder en de raad van commissarissen
van de woonstichting gebaseerd?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat, in lijn met de statuten en het Reglement werkwijze voor de
raad van commissarissen van de woonstichting Vooruitgang, de raad van commissarissen
toezicht dient te houden op het doen en laten van de directeur-bestuurder en deze
zo nodig kan schorsen en ontslaan?
Vraag 10
Waarom heeft de raad van commissarissen niet besloten om de directeur-bestuurder te
schorsen of te ontslaan?
Vraag 11
Hoe kan het dat bij een substantieel verschil van opvatting over de governance tussen
de raad van commissarissen en de directeur-bestuurder, de complete raad van commissarissen
opstapt en de directeur-bestuurder aanblijft? Wat vinden de Autoriteit en u van deze
(omgekeerde) gang van zaken?
Vraag 12
Worden op grond van de statuten van de woonstichting de leden van de raad van commissarissen
benoemd door de raad van commissarissen?
Vraag 13
Zijn er tijdelijk drie kandidaten benoemd in het kader van het intern toezicht? Zo
ja, door wie zijn deze kandidaten aangezocht en benoemd, nu de raad van commissarissen
in oude samenstelling al eerder voltallig is opgestapt?
Vraag 14
Wat vindt u, terwijl de woonstichting Vooruitgang onder verscherpt toezicht is geplaatst,
van de mededeling van de directeur-bestuurder aan het gemeentebestuur van Teylingen
dat het een interne kwestie betreft?
Vraag 15
Wat vindt u van het feit dat de directeur-bestuurder, op grond van zijn perceptie
dat het een interne kwestie betreft, weigert aan het gemeentebestuur van Teylingen
volledige opening van zaken te geven over de exacte gang van zaken bij de woonstichting?
Vraag 16
Deelt u de conclusie dat vanwege de publieke taak van de woningstichting snel volledige
openheid en transparantie noodzakelijk is, nu huurders en het gemeentebestuur van
Teylingen, door de opstelling van de directeur-bestuurder, belangrijke informatie
die hen direct raakt, ontberen?
Vraag 17
Onderschrijven u en de Autoriteit de opvatting van de directeur-bestuurder dat «deze
bewaking niets met de bedrijfsvoering te maken heeft en er ook financieel niks aan
de hand is. Integendeel, Vooruitgang is financieel hartstikke gezond»? Zo nee, wat
is dan uw oordeel en waarop is dat gebaseerd?
Vraag 18
Op welke wijze kan gewaarborgd worden dat de financiële continuïteit van de woonstichting
Vooruitgang op korte en lange termijn gezond is, de plannen voor de sociale woningbouw
in de gemeente Teylingen niet in het gedrang komen, de huurders van de woonstichting
zich geen zorgen hoeven te maken en zij geen gevolgen zullen ondervinden van de gang
van zaken bij de woonstichting?