Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Registratie kindermishandeling bij veel organisaties niet op orde» (ingezonden 9 januari 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Registratie kindermishandeling bij veel organisaties niet op orde»?1

Vraag 2

Onderschrijft u de conclusie dat meer dan twee derde van de organisaties in de jeugdgezondheidszorg de registratie van kindermishandeling niet op orde heeft?

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze tekortkoming een negatieve invloed heeft op het voorkomen van en de vroegsignalering van kindermishandeling? Zo nee, hoe duidt u de invloed van deze tekortkoming dan wel?

Vraag 4

Op welke wijze zal de registratie van risicofactoren en kindermishandeling de komende periode worden verbeterd, opdat geen sprake meer zal zijn van onvolledige, onjuiste of helemaal geen registratie?

Vraag 5

Deelt u de mening dat met name de jeugdgezondheidszorg een cruciale rol heeft in het voorkomen en vroegtijdig signaleren van kindermishandeling, bijvoorbeeld door aandacht voor hechtingsproblematiek? Kunt u dit antwoord toelichten?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de conclusie dat de jeugdgezondheidszorg soms te afwachtend is op initiatieven van Veilig Thuis om samenwerking te verbeteren? In welke regio’s is dit het geval? Op welke manier kunnen deze regio’s leren van regio’s waar de samenwerking wel goed verloopt?

Vraag 7

Deelt u de mening van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat de jeugdgezondheidszorg meer moet doen om beter samen te werken met Veilig Thuis op het gebied van vroegsignalering van kindermishandeling? Zo ja, op welke wijze kan dit worden vormgegeven en wat is hierbij uw rol?

Vraag 8

Op welke wijze denkt u de handelingsverlegenheid van zorgmedewerkers, een van de twee benoemde factoren, te helpen doorbreken, opdat de registratie van (signalen van) kindermishandeling kan worden verbeterd?

Vraag 9

Hoe gaat u ervoor zorgen dat meer zorgverleners de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling goed toepassen, ook in relatie tot de ontwikkeling van de afwegingskaders die momenteel worden ontwikkeld door de beroepsgroepen?

Vraag 10

Bent u bekend met het door de sector zelf opgestelde actieplan? Bent u op de hoogte van aanvullende behoeftes uit de sector om dit actieplan uitvoering te geven? Zo ja, hoe ziet u uw eigen rol hierbij?

Vraag 11

Deelt u de mening dat de jeugdgezondheidszorg in de breedte een cruciale rol speelt in het voorkomen en de vroegsignalering van belemmeringen bij gezonde groei en ontwikkeling van kinderen? Zo ja, aan welke andere verbeterpunten gaat u de komende periode prioriteit geven?

Naar boven