Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over hoe de leraar verplicht werd zich bij te scholen (ingezonden 13 oktober 2017).

Vraag 1

Hoe verhoudt de slogan van de Onderwijscoöperatie over het lerarenregister – «Van, voor en door de leraar» – zich tot de petities, waarin leraren oproepen om te stoppen met dit lerarenregister en schrijven dat zij hun bijscholing niet zullen bijhouden, en die bij elkaar ongeveer 38.000 keer getekend zijn? Deelt u de mening dat dit een teken is dat er vrijwel geen draagvlak is onder leraren voor dit lerarenregister?1

Vraag 2

Wat vindt u van de conclusie van de schrijver van het artikel dat dit register nooit «van, voor en door de leraar» kan zijn, ook straks niet?

Vraag 3

Welke conclusies heeft u getrokken uit de enquête in de zomer van 2014, waaruit bleek dat driekwart van de leraren geen verplicht lerarenregister wilde waarin bevoegdheid, bijscholen en een bewijs omtrent gedrag worden bijgehouden?

Vraag 4

Zijn leraren bewust misleid of het lerarenregister al dan niet verplicht werd door de Onderwijscoöperatie, of was binnen de Onderwijscoöperatie niet iedereen op de hoogte van de strategie, zoals de schrijver van het artikel zich ook afvraagt?

Vraag 5

Hoe blikt u terug op de werkwijze die u gehanteerd heeft, namelijk het lerarenregister zonder voldoende draagvlak alsnog opleggen aan leraren?2

Vraag 6

Hoe verhoudt de passage uit de e-mail van Joost Kentson (voormalig voorzitter van de Onderwijscoöperatie) dat «(a)ls onderdelen van de wet-Plasterk in de registerwet worden opgenomen, zullen dat geen formuleringen zijn die de autonomie van de leraar onevenredig vergroten ten opzichte van de huidige situatie» zich tot de slogan «Van, voor en door de leraar»?

Vraag 7

Erkent u dat de Onderwijscoöperatie gedwongen werd mee te blijven werken aan het lerarenregister, omdat uit het proces stappen consequenties zou hebben voor de subsidie die zij ontvangen? Wat vindt u van deze gang van zaken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Hoe kan gesteld worden dat het lerarenregister «van, voor en door de leraar» is, terwijl leraren volgens de Onderwijscoöperatie niet ingezet kunnen en willen worden op beleidsmatige onderdelen binnen de werkprocessen? In hoeverre zijn er leraren benaderd om deel te nemen aan deze werkprocessen?

Vraag 9

Wat heeft de invoering van het lerarenregister tot nu toe gekost en hoeveel kosten gaan daar nog bijkomen?

Vraag 10

Deelt u de mening dat er pas gesproken kan worden over een register «Van, voor en door de leraar» als er sprake is van draagvlak onder leraren? Zo ja, hoe zou het draagvlak vanaf nu georganiseerd en gemeten moeten worden? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten en stoppen met propageren dat dit lerarenregister «Van, voor en door de leraar» is?


X Noot
2

In het genoemde artikel staat: «In het Nationaal Onderwijsakkoord dat in september 2013 gesloten wordt – en waar de Algemene Onderwijsbond z’n handtekening niet onder zet – komt te staan dat 40 procent van de leraren zich moet hebben ingeschreven in het vrijwillige register om te kunnen spreken van draagvlak onder leraren. (...) Die 40 procent wordt bij lange na niet gehaald. Aannemelijker is dat slechts 5 procent van de leraren zich vrijwillig registreert.»

Naar boven