Vragen van het lid Grashoff (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken over de berichten dat stikstofoverschot de biodiversiteit ernstig bedreigd (ingezonden 13 september 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Het Koerhoen is bijna genekt door stikstof»1 en «Aantal vlinders met dertig procent gedaald, te veel stikstof in de lucht»?2

Vraag 2

Herkent u de bevindingen van de Wageningse hoogleraar Wallis de Vries en onderzoeker Bobbink dat in twintig jaar tijd het aantal vlinders met dertig procent is afgenomen? Klopt het dat de meeste soorten vlinders dalen in aantal, behalve de soorten die goed bestand zijn tegen stikstof? Zo nee, waarom niet en op welke onderzoeken baseert u zich?

Vraag 3

Deelt u de mening van de heer Vogel van Sovon Vogelonderzoek Nederland dat de herintroductie van het korhoen in de Hoge Veluwe niet lukt omdat de kwaliteit van het leefgebied voor deze soort niet in orde is? Klopt het dat de neerslag van stikstof zorgt dat er niet voldoende voedsel is voor de kuikens en zodoende deze kuikens niet overleven? Bent u bereid om in overleg te treden met zowel beheerders van de Hoge Veluwe als de Sallandse Heuvelrug en de verantwoordelijke provincies om te kijken hoe het wilde korhoen in Nederland behouden kan worden?

Vraag 4

Deelt u de conclusie van de onderzoekers dat één van de hoofdoorzaken van deze daling het mestoverschot van de landbouw is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Kunt u aangeven welke andere onderzoeken de afgelopen jaren zijn gedaan naar de invloed van stikstof op de biodiversiteit in Nederland? Wat zijn daarvan globaal de conclusies? Sluiten die conclusies aan bij bovenstaande bevindingen? Zo nee, in welk opzicht wijken zij af?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de stikstofdepositie momenteel, zoals weergegeven in de meest recente rapportage van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)3, nog altijd te hoog is om (verdere) schade aan biodiversiteit te stoppen en te komen tot een significant herstel? Zo nee, waarom niet? Is de prognose die het RIVM doet, ca 1800 mol/ha/jaar depositie in het jaar 2030, wel een acceptabel niveau om schade aan biodiversiteit te voorkomen? Hoe kijkt u naar de conclusies van het RIVM dat in specifieke gebieden, waaronder de Veluwe en het grensgebied van Zuid-Oost Brabant en Limburg tot 2020, een gelijkblijvende of zelfs stijgende stikstofdepositie wordt verwacht? Welke gevolgen heeft dit voor de biodiversiteit?

Vraag 7

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het dertigledendebat over de effecten van de stikstofuitstoot op de natuur en biodiversiteit in Nederland?

Naar boven