Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over de afname van het aantal vrouwen in bestuurlijke topfuncties (ingezonden 6 september 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van The Dutch Female Board Index 2017 over de afname van het aantal vrouwelijke bestuurders bij beursgenoteerde bedrijven?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de afname van 7,8% in 2015 naar 6,2% in 2017 van vrouwelijke bestuurders in raden van besturen een zeer onwenselijke ontwikkeling is? Zo nee, waarom niet? Hoe verklaart u deze afname van 7,8% in 2015 naar 6,2% in 2017?

Vraag 3

Bent u ervan op de hoogte dat het aantal benoemde vrouwelijke commissarissen in 2017 (25%) fors is gedaald ten opzichte van 2016 (33,8%)? Bent u bereid verder in gesprek te gaan met bedrijven om hen aan te spreken hierop? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe schat u de haalbaarheid in van het streven om ten minste 30% vrouwen in besturen en raden van commissarissen van bedrijven te hebben de komende jaren? Acht u het behalen van dit streefcijfer voor 2020 realistisch? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat dit streefcijfer, zonder de invoering van extra maatregelen, onmogelijk behaald gaat worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke extra stappen gaat u zetten om dit streefcijfer op tijd te behalen?

Vraag 6

Bent u voornemens om nog vóór 2020 een wettelijk vrouwenquotum te installeren voor vrouwen in besturen en raden van commissarissen van bedrijven, nu blijkt dat het huidige beleid niet voldoende werkt? Zo nee, waarom niet?

Naar boven