Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat psychologen nog steeds niet positief zijn over de financiering van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) (ingezonden 30 augustus 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek van Rosanna Nagtegaal van de Universiteit Utrecht, waaruit blijkt dat er onder psychologen sprake is van een blijvende onvrede over de financiering van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)?1

Vraag 2

Acht u het wenselijk dat psychologen weerstand voelen tegen de financiering van de GGZ, vanwege hun «autonomie, de mate van overbodige bureaucratie en de zinvolheid van de regelgeving voor de maatschappij en patiënten»? Zo ja, kunt u dit uitleggen? Zo nee, wat gaat u met deze informatie doen?2

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat de psychologen die meewerkten aan dit onderzoek op alle fronten negatiever waren over de financiering van de GGZ dan de eerdere onderzoeken uit 2009 en 2010 aantoonden?3

Vraag 4

Welke conclusie verbindt u aan het feit dat maar liefst 17% van de psychologen ervoor kiest om niet meer via diagnose-behandelcombinaties (dbc’s) en contracten met verzekeraars te werken?

Vraag 5

Wat gaat u doen met het gegeven dat ruim een kwart van de ondervraagde psychologen aangeeft het liefst te willen dat de prestatie bekostiging in de GGZ wordt afgeschaft? Bent u bereid hieraan conclusies te verbinden? Kunt u dit toelichten?

Vraag 6

Deelt u de mening dat dit onderzoek het failliet van marktwerking in de GGZ aantoont? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Erkent u dat het belangrijk is dat de beroepsgroep achter de financiering van de GGZ staat? Kunt u dit toelichten?

Vraag 8

Wat gaat u er aan doen om ervoor te zorgen dat de u de beroepsgroep achter u krijgt?


X Noot
2

Onderzoek Rosanna Nagtegaal; De ervaringen van psychologen met de DBC-regelgeving, Universiteit Utrecht, blz. 4

Naar boven