Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht «Rijken mijden fiscus langs nieuwe route» naar aanleiding van de aanstaande UBO-registratie ter bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering en belastingontwijking (ingezonden 17 augustus 2017).

Vraag 1

Was u bekend met de achterstanden bij de Belastingdienst omdat vermogende particulieren een fonds voor gemene rekening aanvragen?1

Vraag 2

Met welke reden is het fonds voor gemene rekening gecreëerd? Is dit bedoeld als manier om belasting op vermogen te omzeilen alsmede de belanghebbende van vermogen toch weer te anonimiseren?

Vraag 3

Vindt u het legitiem dat eigendomsconstructies niet terug te vinden zijn in het openbare Handelsregister met het fonds voor gemene rekening? Zo nee, hoe gaat u hier een einde aan maken? Zo ja, hoe verhoudt dit fonds voor gemene rekening zich tot het (internationale) beleid dat de uiteindelijk belanghebbende (ultimate benficial owner – UBO) van vermogen altijd bekend moet zijn?

Vraag 4

Ziet u in het opkomen en gebruiken van het fonds voor gemene rekening een ongewenst gevolg van de regelgeving om transparantie te krijgen over wie de uiteindelijke eigenaar is van vermogen? Ziet u mogelijkheden om ook met gebruik van een fonds voor gemene rekening de uiteindelijk belanghebbende altijd bekend te laten zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Erkent u, mede in het licht van het belang van het UBO-register ter bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering en het tegengaan van belastingontwijking, dat het aanprijzen van een fonds voor gemene rekening door fiscale adviseurs aantoont dat moraliteit ver te zoeken is en dat duidelijke en strenge wetgeving onvermijdelijk is omdat deze adviseurs altijd hun klanten zullen blijven begeleiden naar ongewenste en/of onvoorziene sluipmogelijkheden in de wet?

Vraag 6

Wanneer zijn welke wijzigingen omtrent het fonds voor gemene rekening gedaan en welke hebben geleid tot belastingontwijking?

Vraag 7

Hoeveel aanvragen voor een nummer bij de Belastingdienst zijn inmiddels gedaan? Betreft dit particulieren of bedrijven? Welke nationaliteiten of vestigingslanden hebben deze particulieren en/of bedrijven? Kunt u de Kamer infomeren over de aard van de aanvragen?

Vraag 8

Zijn er particulieren of bedrijven die een fonds aanvragen die bekend zijn bij de Belastingdienst vanwege verhullende (buitenlandse) constructies in het verleden? Zo ja, hoeveel? Kunt u de Kamer hiervan een overzicht sturen?

Vraag 9

Acht u het wenselijk dat door middel van fondsen voor gemene rekeningen mensen wiens inkomen bestaat uit rendement op vermogen dankzij deze fiscale constructies eerder recht op zorg- en/of huurtoeslag kunnen krijgen? Zo nee, welke maatregelen bent u bereid op dit vlak te nemen? Zo ja, kunt u dat toelichten?

Vraag 10

Hoe ver bent u gevorderd met het formuleren van Nederlandse wetgeving en regels over de bekendheid van de UBO? Is het juist dat Nederland te laat is met het implementeren van de Europese afspraken op dit terrein? Kunt u uw antwoord toelichten?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van der Lee (GroenLinks), ingezonden 10 augustus 2017 (vraagnummer 2017Z10767), Van Weyenberg en Paternotte (beiden D66), ingezonden 14 augustus 2017 (vraagnummer 2017Z10797).

Naar boven