Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de ontruiming van Fort Oranje (ingezonden 2 augustus 2017).

Vraag 1

Op welke manier wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij Fort Oranje? Welke verantwoordelijkheid heeft u in deze?1

Vraag 2

Welke verantwoordelijkheid voor de mensen op de camping voelt u? Wilt u bij de beantwoording een uitsplitsing maken naar seizoenarbeiders, recreanten en mensen die er uit nood zijn gehuisvest omdat in de gemeenten van herkomst een tekort is aan woningen en een gebrek aan (goede) zorg?

Vraag 3

Hoe ziet het ontruimingsplan er exact uit en in welk tempo vindt de ontruiming plaats? Waar verblijven de mensen die de camping hebben moeten verlaten? Zijn alle ontvangende gemeenten daarvan op de hoogte gesteld? Zo nee, hoe voorkomt u een zogenaamd «waterbedeffect»?

Vraag 4

Wat zijn geschatte kosten van deze operatie? Welk deel van de kosten is voor de rekening van de rijksoverheid? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Waarom stelde u eerder dat de gemeenten geen aanvullende wetgeving nodig hebben om op te kunnen treden op de campings, op een zelfde manier waarop dat nu gebeurt op Fort Oranje? Heeft u over uw stellingname contact gehad met de betrokken burgemeesters? Zo ja, wat was hun reactie? Zo nee, waarom bent u niet ingaan op de oproep van de burgemeesters van Zundert en Breda? Bent u alsnog bereid met deze burgemeesters in contact te treden? Op welke (korte) termijn gaat u dat doen?

Vraag 6

Kunt u aangeven of Zundert met camping Fort Oranje de eerste is in een rij van gemeenten die permanente bewoning op een camping op deze manier gaan «oplossen»? Zo ja, om hoeveel campings gaat het landelijk en op welke manier houdt u de controle? Zo nee, welke voorstellen doet u om de gezinnen, de kinderen en andere mensen op die campings – die nu zorg en scholing ontberen – te bereiken?

Naar boven