Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de derde monitor artsencapaciteit UWV (ingezonden 26 juli 2017).

Vraag 1

Hoe garandeert u dat de kwaliteit van de beoordelingen niet lijdt onder de hoge werklast bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV)?1

Vraag 2

Kunt u garanderen dat alle keuringen door geregistreerde verzekeringsartsen gedaan worden?

Vraag 3

Welk deel van de werkzaamheden van de keuringsartsen wordt uitbesteed aan assistenten en secretarissen?

Vraag 4

Welk deel van de werkzaamheden bij keuringen wordt afgeschoven op aiossen (artsen in opleiding tot specialist) of zelfs aniossen (arts niet in opleiding tot specialist)? Klopt het dat aiossen en aniossen alle keuringswerkzaamheden doen en dat de officiële keuringsarts slechts de laatste eindcontrole doet?

Vraag 5

Hoeveel claimbeoordelingen zijn vertraagd? Hoe heeft deze achterstand zich de afgelopen twee jaar ontwikkeld en om welke uitkeringen het gaat?

Vraag 6

Hoe lang is de gemiddelde wachttijd van de vertraagde claimbeoordeling?

Vraag 7

Hoeveel mensen krijgen hun uitkering later door de achterstand in claimbeoordelingen? Kunt u de vergelijking maken met het aantal vorig jaar?

Vraag 8

Als de verstrekking van de uitkering vertraagd is kunnen mensen een voorschot aanvragen, hoe snel wordt dit voorschot verstrekt? Is hier ook sprake van vertragingen?

Vraag 9

Erkent u dat mensen die weken of maanden op hun uitkering moeten wachten flink in de problemen kunnen komen bij het betalen van hun kosten van levensonderhoud?

Vraag 10

Bent u bereid om onmiddellijk te stoppen met de herbeoordelingen van jonggehandicapten met een Wajong-uitkering totdat alle achterstanden zijn weggewerkt bij het reguliere werk (claims en Ziektewet)?


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 592

Naar boven