Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de doorberekening van kosten van toezicht en tuchtrecht aan deurwaarders en schuldenaren (ingezonden 5 juli 2017).

Vraag 1

Op welke manier moeten deurwaarders volgens u opdraaien voor de kosten die voortvloeien uit de wetswijziging naar aanleiding van het wetsvoorstel Doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht (Kamerstukken 34 145)? Is het nu juist wel of juist niet uw bedoeling dat deze kosten doorbelast zullen worden aan schuldenaren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

In hoeverre klopt het dat onder andere het notariaat deze kosten wel vergoed krijgt? Op welke manier wordt er invulling gegeven aan het principe gelijke monniken, gelijke kappen, zoals tijdens de behandeling van het wetsvoorstel is onderschreven door uw voorganger?1

Vraag 3

Waarom geldt een tegemoetkoming in de kosten niet voor deurwaarders? Bent u ervan op de hoogte dat de beroepsgroep een forse financiële strop boven het hoofd hangt als zij deze kosten zelf moeten betalen?

Vraag 4

Klopt het dat de doorberekening van de kosten aan deurwaarders er in de praktijk op neer zal komen dat ofwel de schuldenaars ofwel de opdrachtgevers ofwel allebei opdraaien voor de betaling hiervan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in hoeverre vindt u dat proportioneel?

Vraag 5

Op welke manier wordt uitvoering gegeven aan artikel 57 lid 3 Gerechtsdeurwaarderswet waarin staat dat bij verordening regels worden gesteld betreffende de inrichting van een algemene klachten- en geschillenregeling voor gerechtsdeurwaarders, waaronder de instelling van een geschillencommissie? Wordt de beroepsgroep daarvoor gecompenseerd? Zo nee, waarom niet? Zal dit dan betekenen dat ook deze kosten doorbelast worden aan de schuldenaren?

Vraag 6

Wat zijn de gevolgen van een mogelijke financiële strop voor de deurwaarders voor het instellen van een geschillencommissie?

Vraag 7

In hoeverre acht u het proportioneel dat wetsvoorstel doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht volgens de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) tot een lastenverhoging van € 3.867 leidt voor een gemiddelde gerechtsdeurwaarder en tot een lastenverhoging van € 70 voor een advocaat?2 Kunt u uw antwoord cijfermatig toelichten?

Vraag 8

Hoe beoordeelt u het feit dat de recent ingevoerde wettelijke maatregelen leiden tot fors hogere kosten voor de beroepsgroep en dus voor de schuldenaren en opdrachtgevers? Wat zijn volgens u de precieze of gemiddelde financiële effecten? Vindt u dit redelijk en wenselijk? Zo niet, op welke wijze gaat u dit voorkomen?

Naar boven