Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de keuringsplicht voor noodstroomaggregaten (ingezonden 22 juni 2017).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat de sinds 1 januari 2017 verplichte keuring voor noodstroomaggregaten1 agrarische en andere bedrijven met relatief hoge keuringskosten opzadelt?2

Vraag 2

In hoeverre leverde het ontbreken van de keuringsplicht voor noodstroomaggregaten in de periode vóór 2017 in de praktijk problemen op?

Vraag 3

Welke inhoudelijke noodzaak was er om ook voor noodstroomaggregaten een keuringsplicht in te voeren?

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom u er destijds niet voor gekozen hebt om de tot 2017 bestaande vrijstelling van de keuringsplicht voor noodstroomaggregaten te handhaven?

Vraag 5

Kunt u toelichten waarom u er destijds niet voor gekozen hebt om alle stookinstallaties die jaarlijks niet meer dan 500 uur draaien vrij te stellen van de keuringsplicht?

Vraag 6

Hoe waardeert u het feit dat de genoemde keuringsplicht in ieder geval voor agrarische bedrijven relatief hoge kosten met zich meebrengt, terwijl het aggregaat nauwelijks gebruikt wordt en de agrarische sector al met veel andere kostenverhogende eisen te maken heeft?

Vraag 7

Bent u bereid de ingevoerde keuringsplicht voor noodstroomaggregaten in overleg met de betrokken sectoren te heroverwegen?


X Noot
2

Besluit van 18 september 2015 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit omgevingsrecht en enkele andere besluiten (nieuwe activiteiten) (Kamerstuk 29 383, nr. 245), onderdeel QQ (het betreft de wijziging van artikel 3.7 van het Activiteitenbesluit).

Naar boven