Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brandveiligheid van Nederlandse gebouwen (ingezonden 21 juni 2017).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het artikel «Na de brand in Londen rijst de vraag: hoe veilig zijn onze flats?»1

Vraag 2

Hoe wordt er voor gezorgd dat in Nederland dergelijke rampen voorkomen worden?

Vraag 3

Klopt het dat aannemers en afnemers zelf verantwoordelijk zijn voor de brandveiligheid? Zo ja, hoe ziet de overheid er op toe dat de brandveiligheidseisen in de bouw correct worden nageleefd? Op welke manier kan de brandweer controleren of een gebouw de brandveiligheidsmaatregelen heeft die zijn opgenomen in de ontwerpen?

Vraag 4

Hoe vaak wordt er op brandveiligheid in de bouw gecontroleerd? Hoe vaak worden er fouten in de brandveiligheid geconstateerd?

Vraag 5

Ziet u noodzaak om de controle op brandveiligheid in de bouw aan te scherpen n.a.v. de gebeurtenissen in Londen?

Vraag 6

Welke regels gelden er in Nederland voor het bevestigen van gevelisolatie bij hoogbouw? Op welke manier wordt de brandveiligheid in deze regels geborgd?

Vraag 7

Aan welke eisen van brandwerendheid moet een gevel in Nederland voldoen? Wordt hierbij onderscheid gemaakt in zwaarte van de eisen met betrekking tot de hoogte van een gebouw? Zijn hier Europese eisen voor, of is hier nationale regelgeving van toepassing?

Vraag 8

Aan welke eisen voor brandwerendheid moeten de materialen in de bouw in Nederland voldoen? Zijn hier Europese eisen voor, of is hier nationale regelgeving van toepassing?

Vraag 9

Zijn er in Nederland bouwregels die voorkomen dat bij brand een schoorsteen-effect kan ontstaan tussen een origineel gebouw en eventueel later aangebracht isolatiemateriaal?

Vraag 10

Is het waar dat er in Nederland geen aanvullende nationale bouw- en brandveiligheidsregels zijn voor gebouwen hoger dan 70 meter, en dat hiervoor slechts lokale regelgeving geldt? Zo ja, waarom? Zo nee, welke aanvullende regels gelden er dan precies?

Naar boven