Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over zwerfafval (ingezonden 15 juni 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het Wob-besluit van Rijkswaterstaat (RWS) van 1 mei 2017 «zwerfafvalmonitoringen en zwerfafvalkosten bermbeheer»?1

Vraag 2

Klopt het dat er door RWS in de gehele periode 2011–2016 geen notulen, rapporten, managementbeslissingen en aanbestedingsprotocollen en -bestekken zijn opgesteld over maaionderhoud en de kwaliteit van zwerfafvalverwijdering?

Vraag 3

Met welke regelmaat worden de bermen van snelwegen en de wateren en sluizen ontdaan van zwerfafval?

Vraag 4

Stelt RWS contracteisen aan bermbeheer die gericht zijn op zwerfafval, zoals het verplicht verwijderen van aanwezig zwerfaval voorafgaand aan maaiwerkzaamheden of het opruimen van «zwerfafvalscherven» afkomstig van blik of plastic flesjes na de maaiwerkzaamheden? Zo ja, welke eisen zijn er en hoe wordt naleving hiervan gecontroleerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Klopt het dat gras(maaisel) niet meer bruikbaar is als grondstof wanneer zwerfafval wordt meegemaaid? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de ambitie van het kabinet om tot een circulaire economie te komen?

Vraag 6

Bent u bekend met de gevaren die zwerfafval en zwerfafvalscherven voor dieren veroorzaken (zo blijken koeien regelmatig te sterven als gevolg van het eten van zwerfafval en zeedieren en vogels te sterven doordat zij verstrikt raken in plastic afval)?

Vraag 7

Klopt het dat de enige prestatie-eis die RWS aan aannemers/beheerders stelt ten aanzien van zwerfafval is dat het areaal vrij dient te zijn van storend zwerfaval?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het begrip «storend» de lading van zwerfafval niet dekt, daar waar het de gevaren voor dieren en de bijdrage aan de «plastic soup» betreft? Zo ja, bent u bereid om de eisen voor aannemers hierop aan te scherpen? Zo nee, op welke wijze wordt het voorkomen van de gevaren voor dieren en de bijdrage aan de plastic soup geregeld (contracteisen en handhaving)?

Vraag 9

Het begrip «storend» is niet uitgewerkt, kunt u een beschrijving geven van «storend» die s.m.a.r.t (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden) is?2

Vraag 10

Klopt het dat er bij het project Schone Maas stukken van oevers, kades en uiterwaarden zijn aangetroffen die, volgens de samenstelling en hoeveelheid aanwezig zwerfafval, jarenlang en misschien wel decennialang niet door RWS zijn schoongemaakt, waardoor er zelfs sprake is van dikkere pakketten en/of lagen zwerfafval? Zo ja, is hier sprake van langdurig achterstallige opruimwerkzaamheden en wat is daarvan de reden geweest?

Vraag 11

Welke ambtelijke en financiële inzet is er vanaf 2017 (ook ten opzichte van eerdere jaren) binnen RWS beschikbaar om de prioriteit van beter opruimen (en preventie) in de praktijk te brengen?

Vraag 12

Bent u bereid om een landelijke matrix op te stellen waarin wordt aangegeven welke gebieden, vanwege hun eigen kenmerken (bijvoorbeeld overstromingsgebieden of toeristische hotspots), met een bepaalde regelmaat zwerfafvalvrij dienen te worden gemaakt? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Bent u, gezien het feit dat drijvend zwerfafval een gemeente- en provinciegrensoverschrijdend aspect heeft, bereid om voor gemeenten en provincies bindende doelstellingen te formuleren om wegdrijving van zwerfafval naar andere regio’s te voorkomen? Zo ja op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Wat vindt u ervan dat RWS in beantwoording van het Wob-verzoek geen inzicht heeft kunnen geven in de specifieke jaarlijkse kosten omtrent zwerfaval?

Vraag 15

Deelt u de mening, daar waar Deloitte en KplusV3 hebben becijferd dat de opruimkosten van zwerfafval voor de overheid (dus nog exclusief de kosten van boeren en andere bedrijven en organisaties, de kosten van het opruimen/ophalen van de plastic soup en de schade aan dieren en onze voedselketen) ongeveer € 250 miljoen zouden bedragen en daar waar gemeenten (zie bijvoorbeeld de NVRD-benchmark) hebben becijferd ongeveer € 15,00 per inwoner kwijt te zijn aan zwerfafvalkosten, de zwerfafvalbijdrage van € 20 miljoen die het verpakkende en importerende bedrijfsleven jaarlijks (alleen) aan gemeenten betaalt (op grond van de Raamovereenkomst Verpakkingen), nog geen 10% van de werkelijke kosten en/of schade dekt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 16

Deelt u de mening dat de toepassing van eenmalige, statiegeldloze verpakkingen in een veelheid van mogelijkheden en overwegingen (zoals kosten, marketing, concurrentie et cetera) uiteindelijk een keuze is van de fabrikanten en importeurs?

Vraag 17

Deelt u de mening dat daarmee de fabrikanten en importeurs mede verantwoordelijk zijn en/of gehouden moeten worden voor de aanwezigheid van zwerfvuil en de kosten en/of schade van RWS, boeren, waterschappen, gemeenten en anderen? In welke mate?

Vraag 18

Deelt u de mening dat daar waar deze keuze tot maatschappelijke kosten leidt, deze kosten, mede gezien het beginsel van «de vervuiler betaalt», (minimaal) in een evenredige mate doorberekend zouden moeten worden? Zo ja, bent u bereid om dit middels een supplement op de Raamovereenkomst Verpakkingen, dan wel een heffing via het Besluit Verpakkingen te realiseren? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om een zwerfafvalverwijderingsbijdrage in te voeren op dergelijke verpakkingen?

Vraag 19

Bent u, gezien de hoge verwijderingskosten van peuken en kauwgom, bereid om voor sigarettenfilters en kauwgom een zwerfafvalverwijderingsbijdrage in te voeren, gelijk aan de kosten en/of schade die aan sigaretten en kauwgom voor de maatschappij, overheden, NS, bedrijven, scholen, de natuur et cetera zijn verbonden? Zo nee waarom niet?

Vraag 20

Voor welke producten ziet u een zwerfafvalverwijderingsbijdrage ook als een mogelijkheid?


X Noot
1

Referentienummer RWS-2017/18988, 1 mei 2017.

Naar boven