Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Groningse Universiteitskrant geen volledig onafhankelijke journalistiek kan bedrijven (ingezonden 14 juni 2017).

Vraag 1

Deelt u de mening dat er op een publieke democratische instelling als een universiteit op geen enkele manier mag worden gemarchandeerd met of twijfel mag bestaan over de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid van universiteitsbladen of hogeschoolkranten?1

Vraag 2

In hoeverre is die journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid op de Rijksuniversiteit Groningen volledig gegarandeerd? Op grond van welke feiten komt u tot deze beoordeling?

Vraag 3

Kunt u volledig uitsluiten dat het bestuur druk zet op de redactie om «teksten af te zwakken» of aan te passen?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de brief van drie redacteuren van de Groningse universiteitskrant (UK) aan de hoofdredactie, het stichtingsbestuur, de redactieraad en het universiteitsbestuur over de «onwerkbare situatie» die zou zijn ontstaan?

Vraag 5

Vindt u het wenselijk dat kritische stukken over de megalomane plannen van het Groningse universiteitsbestuur in Yantai onder druk moesten worden aangepast, omdat artikelen «te negatief» zouden zijn?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het dat volgens de voormalige redactrice uit het verslag van een universiteitsvergadering een delicate passage was geschrapt, waaruit bleek dat collegevoorzitter Poppema de Raad had gevraagd ongenoegen binnenskamers te houden tot na het debat in de Tweede Kamer? Kunt u de Kamer een feitenrelaas doen toekomen, hoe dit exact in zijn werk is gegaan?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de uitspraak van de woordvoerder van het universiteitsbestuur Groningen «dat zij helaas achteraf weleens concluderen dat er feitelijke onjuistheden in artikelen staan die gecorrigeerd moeten worden» op zijn minst op gespannen voet staat met de journalistieke onafhankelijkheid van het blad?

Vraag 8

Bent u bereid om op korte termijn onderzoek te starten naar de aantijgingen van de voormalige journaliste van de UK en daarbij ook te bezien in hoeverre er bij andere universitaire redacties en bij hogeschoolkranten vrijheid wordt ingeperkt? Zo nee, hoe wilt u de journalistieke vrijheid van deze bladen garanderen? Zo ja, wanneer kunt u daarmee beginnen?

Vraag 9

In hoeverre vindt u dat hetgeen in Groningen gebeurde, zich laat vergelijken met het eerdere ingrijpen in de berichtgeving van de Tilburgse universiteitskrant Univers, die het door de communicatieafdeling moeilijk werd gemaakt te berichten over de fraude van hoogleraar Diederik Stapel?

Vraag 10

In hoeverre deelt u de mening van hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media Jaap de Jong, die stelt dat «alles op alles wordt gezet om studenten binnen te halen» en dat daarom het «imago wordt bewaakt» tegen «keffende media»? Sluit u uit dat dit het geval kan zijn? Op grond waarvan komt u tot deze beoordeling?

Vraag 11

Bent u bereid een wet in voorbereiding te nemen, die de vrije journalistiek voor universiteitsbladen en hogeschoolkranten garandeert?

Naar boven