Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onderbezetting bij de KID-DNA databank (ingezonden 1 juni 2017).

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat donorkinderen, wegens beperkte capaciteit bij de KID-DNA databank, genoodzaakt zijn zich te wenden tot commerciële partijen om te achterhalen wie hun biologische vader is en of ze nog broers of zussen hebben?1

Vraag 2

Hanteren deze commerciële databanken dezelfde zorgvuldigheid als de KID-DNA databank?

Vraag 3

Kunt u verklaren waarom stichting FIOM de aanvragen voor de KID-DNA databank niet aankan? Erkent u dat dit komt door een gebrek aan middelen, veroorzaakt door de bezuinigingen die zijn ingezet in 2012?

Vraag 4

Heeft u inzicht in hoe lang donorkinderen die via de KID-DNA databank DNA hebben ingeleverd gemiddeld moeten wachten tot ze horen wie hun vader en/of broers of zussen zijn?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er op dit moment voor donorkinderen te veel drempels worden opgeworpen voor het vinden van hun biologische vader? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 6

Wat gaat u doen om goede toegankelijkheid van de DNA databank van FIOM te garanderen? Bent u bereid om de bezuinigingen op de subsidie voor FIOM terug te draaien?

Naar boven