Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de 1f-status van alle oud-medewerkers van Afghaanse geheime dienst (ingezonden 31 mei 2017)

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Kamerleden, graaf dieper in zaak over oud-leden Afghaanse geheime dienst» van Katinka Simonse («Tinkebell»), gepubliceerd op 12 mei jl. op One World?1

Vraag 2

Is het waar dat, zoals in het artikel staat vermeld, Tweede Kamerleden inzage hebben gehad in de aan het algemeen ambtsbericht van 29 februari 2000 over de veiligheidsdiensten in communistisch Afghanistan (hierna: het ambtsbericht) ten grondslag liggende stukken, inclusief de bronnen die het roulatiesysteem zouden bevestigen?

Vraag 3

Wanneer en bij welke gelegenheid en op welke voorwaarden is dit gebeurd en op welke wijze hebben zij de betrouwbaarheid van deze bronnen geverifieerd?

Vraag 4

Bent U bereid om thans inzage in de onderliggende stukken van het ambtsbericht te verlenen aan de huidige zittende Kamerleden die daarom verzoeken?

Vraag 5

Zo nee: wat is daarvan de reden en waarom kon dit 17 jaar geleden wel? Indien die reden is gelegen in bronbescherming: waarom is dat thans – na ruim zeventien jaar – nog actueel? Zijn er mogelijkheden om de belangen van inzage en bronbescherming met elkaar te verenigen?

Vraag 6

Indien u geen inzage wenst te geven in de onderliggende stukken: op welke wijze stelt u voor dat er een inhoudelijke discussie over het ambtsbericht kan worden gevoerd wanneer belangrijke informatie wordt achtergehouden?

Naar boven